SKU: BT.DHP-0991779-020
Minerva by Jan Van der Roost was composed on the commission of the German “Musikverein Braunshausen†on the occasion of the 75th anniversary of the orchestra. The composition, first performed on September 17, 1999, is not a street march but a concert march, just like Mercury and Arsenal. The use and variation of different rhythmic patterns gives the first part of this march a distinctly dynamic character. Two main themes are presented in several instrumental combinations. The theme from the trio, on the other hand, is characterized by a broad melodic approach using large intervals. This theme, wreathed by high woodwinds, is heard one more time after a contrasting newpart, but now in a somewhat slower tempo. The counterpoint in this part refers to the first part of the march. The brilliant ending suits a festive anniversary march!
SKU: BT.DHP-1125214-120
9x12 inches. English-German-French-Dutch.
On a war memorial in the Dutch village of Wons is engraved a list of names to honour the fallen in World War II. This is the basis for the name of this piece. However, this composition was written for everyone who has made Wons what it is today: a pretty place near to Lake IJssel with a comfortable way of life. The piece begins with a celebratory introduction in which the village is presented to the listener. There follows a delightful rhythmic and high-tempo theme that reflects the happiness, innocence and carefree atmosphere before the war. Now we hear a moody, fragmented theme depicting soldiers shooting. This is brought to a close with dissonant clusters of sound,intoning the dreadful tragedy of the war. The ensuing quiet gives way to a calm middle section in a minor key that portrays both frustration and consolation. The fast tempo of the beginning returns, this time in the form of a victory march. We hear freedom being celebrated. We hear the previous happy, innocent and carefree themes, too. There follows a festive, martial theme, a tribute to the village, before the piece closes with sounds of celebration. Op de gedenksteen in het Friese dorp Wons staat een erelijst (roll of honour) gegraveerd ter nagedachtenis aan de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog. De titel van dit werk verwijst naar deze lijst. Deze compositie is echter tevens geschreven voor alle mensen die Wons hebben gemaakt tot wat het nu is: een prachtig dorpje vlak bij het IJsselmeer waar het prettig toeven is. De compositie begint met een statige inleiding, waarin het dorp zich presenteert aan de luisteraar. Dan klinkt een aansprekend ritmisch thema in een snel tempo dat de vrolijkheid, onbevangenheid en onbezorgdheid van voor de oorlog uitstraalt. Dit gaat over in een melodie in mineur, die het naderendeoorlogsgevaar aankondigt. Dan is er een grillig thema met stops waarin het schieten van de soldaten te horen is. Dit eindigt in enkele dissonante clusters die het tragische dieptepunt van de oorlog accentueren. De daaropvolgende stilte lost op in een gedragen middendeel in mineur waaruit enerzijds verdriet en anderzijds troost spreekt. Dan komt het snelle tempo van het begin weer terug, ditmaal in de vorm van een vreugdemars. De vrijheid wordt gevierd. Ook het thema van de vrolijkheid, onbevangenheid en onbezorgdheid is weer te horen. Er volgt nu een statig martiaal thema, een eerbetoon aan het dorp, waarna het werk wordt afgesloten met feestelijke klanken. Auf einem Gedenkstein im niederländischen Dorf Wons ist eine Namensliste zu Ehren der Gefallenen im Zweiten Weltkrieg eingraviert. Auf diese bezieht sich der Titel des Werkes, der wörtlich übersetzt ‘Ehrenliste’ bedeutet. Diese Komposition wurde jedoch für alle Menschen geschrieben, die Wons zu dem gemacht haben, was es heute ist: ein schöner Ort nahe des IJsselmeeres, in dem es sich gut leben lässt. Das Werk beginnt mit einer feierlichen Einleitung, in welcher sich das Dorf dem Zuhörer präsentiert. Dann erklingt ein reizvolles rhythmisches und temporeiches Thema, das die Fröhlichkeit, Unbefangenheit und Sorglosigkeit vor dem Krieg ausstrahlt. Dieses geht in eine Moll-Melodieüber, welche von der nahenden Kriegsgefahr kündet. Dann erklingt ein launenhaftes Thema mit Unterbrechungen, in dem das Schießen der Soldaten zu hören ist. Dieses endet in einigen dissonanten Clustern, die den tragischen Tiefpunkt des Krieges betonen. Die darauffolgende Stille löst sich in einen ruhigen Mittelteil in Moll auf, aus dem einerseits Verdruss und andererseits Trost spricht. Dann kehrt das schnelle Tempo des Anfangs zurück, dieses Mal in der Form eines Freudenmarsches. Die Freiheit wird gefeiert. Auch das Thema der Fröhlichkeit, Unbefangenheit und Sorglosigkeit ist wieder zu hören. Nun folgt ein feierliches, martialisches Thema, eine Ehrerbietung an das Dorf, bevor das Werk mit festlichen Klängen endet. Sur le monument aux morts du village néerlandais de Wons est gravée une liste de noms en hommage aux soldats tombés lors de la Seconde Guerre mondiale. Ce monument a inspiré le titre de cette composition. Mais celle-ci a aussi été écrite pour toutes les personnes qui ont donné Wons son caractère d’aujourd’hui : un joli village proche du lac d’IJssel où il fait bon vivre. La pièce débute par une introduction festive qui présente le village l’auditeur. S’ensuit un thème allègre et délicieusement rythmique qui reflète l’ambiance joyeuse, na ve et optimiste de l’avant-guerre. Puis nous entendons un motif sombre et fragmenté, représentant les fusillades ciblant les soldats. Cettepartie se termine par un faisceau de sons dissonants traduisant le caractère tragique de la guerre. Le calme revient avec un passage tranquille en mineur qui évoque la fois la frustration et l’apaisement. Le tempo du début est repris, cette fois sous la forme d’une marche victorieuse. Puis résonnent les accents premiers de gaieté, d’innocence et d’insouciance, invoquant la célébration de la liberté. Un thème martial et festif en hommage au village nous mène un pétillant finale.
SKU: BT.DHP-1125214-020
SKU: BT.DHP-1115084-020
It may be surprising to see a fanfare piece commissioned by a Japanese ensemble, since fanfare orchestras are typically found in Belgium, Holland and Luxembourg, and also France and Switzerland. Senzoku Gakuen is one of the largest and mostprestigious music universities in Japan, and home to a wide variety of ensembles and orchestras. Since 2006 they have had a fanfare orchestra, which was started by Sotaru Fukaishi, a euphonium teacher who felt further performance opportunity wasneeded for saxhorn instruments. Fukaishi had loved the sound of fanfare orchestras ever since visiting the World Music Contest in Kerkrade (Holland) several years earlier. Jan Van der Roost was involved with this new initiative from the beginning,and they were also joined by Manu Mellaerts for certain projects. The Dean of the music department, Professor Kazuo Tomioka, fully supports the ensemble and commissioned Ostinati. The première took place on June 11th at Maeda Hall inMizonokuchi (Kawasaki) where Senzoku Gakuen is based. The piece opens with an impressive timpani solo, followed by brass and saxophone. The rhythmical pulse remains constant and the music is fiery and assertive in character. A pentatonic melodygradually emerges and the music loses its vehemency and softens. The initial percussion ostinati subsequently recurs and the first section of the piece concludes in a similar mood to the opening. The second movement is sweet and melodic, opening witha long passage for the saxophone family in a minor key. The same theme then appears in the major and is developed upon; the music builds to a majestic orchestral forte, reminiscent of a pipe organ in its sonority. The theme returns in the originalminor key with a change in instrumentation leading the movement to a quiet and peaceful end on a soft E minor chord. The finale starts with percussion: a four-bar pattern is repeated several times over which the movement’s melodic themes areintroduced. These melodic elements are varied and used in different versions and the ostinato idea, which characterizes the entire piece, is highlighted. The theme travels through the orchestra, appearing on various instruments and in variousregisters. It captures the listener’s attention and displays the full range of sound and colour within the fanfare orchestra.Het is misschien verrassend dat dit fanfarewerk is geschreven in opdracht van een Japans ensemble, aangezien fanfareorkesten vooral te vinden zijn in België, Nederland en Luxemburg, en ook wel in Frankrijk en Zwitserland. SenzokuGakuen is een van de grootste en meest prestigieuze muziekopleidingen van Japan, en de thuisbasis van een grote verscheidenheid van ensembles en orkesten. In 2006 is er een fanfareorkest opgericht, en wel door Sotaru Fukaishi, eeneuphoniumdocent die vond dat er meer mogelijkheden moesten komen voor optredens met saxhoorninstrumenten. Fukaishi had enkele jaren daarvoor genoten van de fanfareklank toen hij het Wereld Muziek Concours in Kerkrade bezocht. DeBelgische componist Jan Van der Roost was van het begin af aan betrokken bij dit nieuwe initiatief, en ook Manu Mellaerts werd voor een aantal projecten aangetrokken. Het hoofd van de muziekfaculteit, professor Kazuo Tomioka, staatgeheel achter het ensemble en gaf de opdracht tot het schrijven van Ostinati. De première vond plaats op 11 juni in de Maeda Hall in Mizonokuchi (Kawasaki), waar Senzoku Gakuen is gevestigd. Het werk begint met een indrukwekkendepaukensolo, gevolgd door koper en saxofoon. De ritmische puls blijft constant, en de aard van de muziek is vurig en krachtig. Geleidelijk komt er een pentatonische melodie naar voren en wordt de muziek minder heftig, ze wordtzachter van karakter. De aanvankelijke ostinati in het slagwerk verschijnen dan opnieuw, waarna het eerste deel van het werk eindigt in dezelfde sfeer als waarmee het begon. Het tweede deel is lieflijk en melodisch. Het opentmet een lange passage voor de saxofoons in een mineurtoonsoort. Dan klinkt hetzelfde thema in majeur en daar wordt op voortgeborduurd: de muziek ontwikkelt zich tot een majestueus orkestraal forte, dat qua sonoriteit doet denkenEs mag überraschen, dass dieses Fanfareorchesterwerk ausgerechnet von einem japanischen Ensemble in Auftrag gegeben wurde, da Fanfareorchester doch eher in Belgien, den Niederlanden oder Luxemburg oder auch in Frankreich oder Schweiz zu finden sind. Senzoku Gakuen ist eine der größten und renommiertesten Musikschulen Japans und Heimstätte einer Vielfalt an Ensembles und Orchestern. Im Jahr 2006 wurde ein Fanfareorchester gegründet. Den Anstoß gab Sotaru Fukaishi, ein Euphoniumlehrer, der den Instrumenten der Saxhorn-Familie mehr Spielmöglichkeiten bieten wollte. Fukaishi hatte sich einige Jahre zuvor bei der Weltmeisterschaft in Kerkrade (Holland) in den Klang vonFanfareorchestern verliebt. Jan Van der Roost war von Beginn an in die Entwicklung dieser Idee involviert und, einige Projekte betreffend, ebenso Manu Mellaerts. Der Dekan des Musik-Colleges, Professor Kazuo Tomioka, steht voll und ganz hinter dem Ensemble und gab Ostinati in Auftrag. Die Premiere fand am 11. Juni 2011 in der Maeda Hall in Mizonokuchi statt, dem Heimatort der Schule Senzoku Gakuen. Das Stück beginnt mit einem eindrucksvollen Paukensolo, bevor Blechbläser und Saxophon einsetzen. Der rhythmische Puls bleibt konstant unter einer feurigen, nachdrücklichen Musik. Eine pentatonische Melodie bildet sich nach und nach heraus, während die Musik an Heftigkeit verliert und sanfter wird. Die anfänglichen Ostinati im Schlagwerk kehren zurück und so endet der erste Satz des Werkes in einer der Eröffnung ähnlichen Stimmung. Der zweite Satz ist lieblich und melodiös. Er beginnt mit einem langen Abschnitt für die Saxophone in Moll. Dann erscheint das gleiche Thema in Dur und durchläuft eine Entwicklung; die Musik baut sich zu einem majestätischen orchestralen Forte auf, das in seiner Klangfülle an eine Orgel erinnert. Dann kehrt das Thema in seiner ursprünglichen Moll-Tonart und in veränderter Instrumentierung zurück, um den Satz ruhig und friedvoll in einem e-Moll-Akkord enden zu lassen. Il pourrait paraître surprenant qu’un ensemble japonais puisse commander une pièce pour orchestre de fanfare, puisque l’on rencontre surtout ce type de formation en Belgique, aux Pays-Bas et au Luxembourg, ainsi qu’en France et en Suisse. Senzoku Gakuen, l’une des plus grandes et plus prestigieuses académies de musique du Japon, compte une grande variété d’ensembles et d’orchestres. En 2006 s’y est ajouté un orchestre de fanfare fondé par Sotaru Fukaishi, un professeur d’euphonium qui pensait qu’il était nécessaire d’offrir de plus larges possibilités aux cuivres de la région. Depuis qu’il avait assisté au World Music Contest de Kerkrade (Pays-Bas), plusieurs années auparavant,Fukaishi se prit de passion pour le son chaud et généreux de l’orchestre de fanfare, une formation atypique au Japon. Jan Van der Roost a favorablement adhéré cette nouvelle initiative, tandis que Manu Mellaerts collabora avec les deux hommes afin de concrétiser certains projets. Le professeur Kazuo Tomioka, doyen du collège de musique, soutint vigoureusement l’orchestre et commanda Ostinati. La création de l’oeuvre fut donnée le 11 juin 2011 au Maeda Hall de Mizonokuchi (Kawasaki), où se trouve Senzoku Gakuen. La pièce débute avec un impressionnant solo de timbales précédant l’entrée des cuivres et des saxophones. La pulsion rythmique est constante, la musique est énergique et de caractère affirmé. Une mélodie pentatonique émerge graduellement, alors que la trame musicale diminue d’intensité et s’adoucit. L’ostinato la percussion revient fréquemment et la première partie de l’oeuvre se termine dans un climat semblable celui du début. Le deuxième mouvement, doux et romancé, débute avec un long passage en mode mineur joué par les saxophones. Le même thème apparaît alors en mode majeur et se développe peu peu ; la musique s’intensifie pour arriver un majestueux et orchestral forte dont les sonorités rappellent celles d’un orgue d’église. Puis le thème revient sa tonalité mineure d’origine avec un changement d’instrumentation qui mène.
SKU: BT.DHP-1115084-120
SKU: BT.DHP-1012561-020
This expressive piece depicts three periods that play an important role in the history of the American state of Virginia, the colonization, slavery, and the American Civil War. The first movement describes the adventures and hardships of the first colonists through lively American sounding themes.The expressive slow movement, in which a melancholic minor theme forms the starting point, depicts, with clever use of blues elements, the oppressed slaves on the tobacco plantation. This is followed by a illustration of the Civil War, heralded by ceremonial figures from the brass section. The work is brought to a close with a slow but optimistic theme heralding hope for the future.De kolonisatie, de slavernij en de Amerikaanse Burgeroorlog: drie periodes die een belangrijke rol spelen in de geschiedenis van de staat Virginia. De expressieve inleiding geeft de avonturen en ontberingen van de eerste kolonistenweer. Vanaf 1619 voert Virginia ten behoeve van de tabaksplantages als eerste staat zwarte slaven in. Dit wordt uitgedrukt in een langzaam gedeelte, waarin een melancholiek mineurthema en elementen van de blues het uitgangspuntvormen. Het scherp koper kondigt de Amerikaanse Burgeroorlog aan. Het slotthema verklankt verlossing en hoop.Auf der Landkarte sieht der amerikanische Staat Virginia wie ein etwas schief geratenes Dreieck aus. Diese Form schlägt sich bildhaft in der vorliegenden Komposition nieder, die den Staat aus drei verschiedenen Blickwinkeln beleuchtet, drei Zeitabschnitten, die für Virginia von besonderer Bedeutung waren: Die Kolonisation, die Sklaverei und der amerikanische Bürgerkrieg. Die bewegenden Ereignisse wurden in mal lebhafte, dann wieder langsame, in mal kämpferische, mal friedvolle und mal melancholische und schließlich optimistisch stimmende Musik umgesetzt. Ein ausdrucksstarkes Werk über ein bewegendes Stück amerikanischer Geschichte!Pour composer cette oeuvre au caractère épique, Jacob de Haan s’est inspiré de trois périodes marquantes de l’histoire de l’État de Virginie : la colonisation, l’esclavage et la guerre de Sécession. L’introduction expressive dépeint les aventures et les difficultés affrontées par les premiers colons. Le second mouvement plus mélancolique développe un thème mélodique mineur aux accents de blues symbolisant le déplacement des esclaves noirs en route vers les plantations de tabac de la Virginie, l’un des premiers États esclavagistes américains. L’entrée brutale et soudaine des cuivres annonce le début de la guerre civile….
SKU: BT.DHP-1012561-120
SKU: BT.DHP-1135479-020
Adornia is a word invented by the composer with a similar meaning as ‘to adorn’, which means 'to embellish'. The thematic cornerstones are DORN, after the commissioning band CMV Juliana in Doornspijk, Netherlands. It also contains the chorale ‘Schmücke dich, du liebe Seele’ used several times in different variations. Adornia contains beautiful melodies, broad dynamic passages and has a spectacular conclusion. Adornia is een fantasiewoord afgeleid van het Engelse werkwoord ‘to adorn’, dat tooien, versieren, opluisteren betekent. Adornia is dan ook in de eerste plaats een compositie ter opluistering van het honderdjarig jubileum van de CMV Juliana uitDoornspijk. Maar het gaat ook over het dorp Doornspijk zelf en zijn omgeving. Het is geen toeval dat de letters D-O-R-N uit de titel terugkomen in de plaatsnaam. Omdat Doornspijk van oudsher uitgesproken kerkelijk is, bevat dit werk een koraalthema,dat steeds vanuit een nieuw perspectief klinkt. Het kerkelijke wordt zo afgewisseld met het wereldlijke, waarin beide elementen niet contrasteren maar elkaar aanvullen. De gekozen Duitse koraalmelodie, oorspronkelijk van Johann Crüger, heet ‘Schmückedich, du liebe Seele’ (‘Tooi je feestelijk, o dierbare ziel’ alweer een verwijzing naar de titel).De inleiding verwijst naar de tweede zin van het koraal: ‘Laat de duistere poel van zonden achter je’. Het werk begint in mineur, waarin een gedreven majestueuze ritmiek afgewisseld wordt met de zachte koraalklanken. Dan volgt een snellere,beweeglijke cadans, eveneens hoofdzakelijk in mineur. De ritmische impuls symboliseert de zware landarbeid die in vroeger tijden verricht werd, maar ook wordt hierin de landarbeidersziel verklankt, die ondanks de armoede ‘getooid’ is met optimisme.Dat vertaalt zich door het gebruik van versieringen (trillers en triolen).De daaropvolgende pastorale weerspiegelt het dorp en zijn prachtige omgeving. De bijna Rheingoldachtige muziek klinkt nu in majeur. Wel is er een uitstapje naar mineur, waarin het armoedige boerenleven nog even vanuit het verleden weerklinkt. Maardan zorgt de door het scherp koper ingezette koraalmelodie voor de opmaat van een nog uitbundiger weergave van het pastorale thema. Het dorp en het omliggende landschap worden bejubeld met klanken die doen denken aan jachtgeschal.Dan klinkt de koraalmelodie zacht gedragen in fragmenten, afgewisseld met ornamentele lijnen in de saxen en klokken die de zondag inluiden. De strakke ritmische cadans keert vervolgens terug. Er zijn echter veranderingen hoorbaar: de mechanisatieheeft haar intrede gedaan. Toch horen we plotseling nog een paard-en-wagen voorbijkomen als in het dorp de traditionele boerenmarkt wordt gehouden. De nieuwe dynamiek voert naar een hoogtepunt en mondt uit in het koraal, deze keer in een gedragenmars, met een sierlijke bovenstem van bugels en sopraansax. Hier wordt het vervolg van de koraaltekst verklankt: ‘Kom naar het heldere licht en straal het uit’. Adornia eindigt feestelijk met hetzelfde motief waarmee het begon, maar nu in majeur. Defanfare maakt nog eenmaal ‘goede sier’!Adornia est un mot inventé par le compositeur fondé sur le mot anglais pour décorer ou orner, « to adorn ». Le fondement thématique est basé sur DORN, d’après la fanfare commandante, CMV Juliana de Doornspijk aux Pays-Bas. Le choral Schmücke dich, du liebe Seele figure plusieurs fois dans des variations différentes. Adornia contient des mélodies magnifiques, de vastes passages dynamiques et une conclusion impressionnante.
SKU: BT.DHP-1094848-120
9x12 inches.
Klaas van der Woude has based his arrangement An Old Swedish Hymn on an old pastoral hymn from Dalarna. This beautiful melody even attracted ABBA as they used it as the opening music for some of their concerts. Van der Woude’s arrangement is in classical style making it suitable for any occasion. Een veertigjarig jubileum? Dat is een smaragden jubileum! En zo ontstond de titel voor Emerald Jubilee, refererend aan het veertigjarige jubileum van Wil van der Beek als dirigent bij de Duitse muziekvereniging Haaren. Jande Haan componeerde deze kleurrijke mars. Als voormalig uitgever van de klassieke transcripties van Wil van der Beek kan Jan de Haan terugblikken op vele jaren van succesvolle samenwerking met deze componist. De ongewone toonsoortvan het hoofdthema in mineur en het melodische middendeel in majeur zorgen voor een fraai contrast, het relatief langzame thema verschaft de mars zijn grootse maar tevens behouden karakter.Ein emerald jubilee“ - ein smaragdenes Jubiläum - wird zum Vierzigjährigen gefeiert. In diesem Falle komponierte Jan de Haan diesen klangfarbenreich orchestrierten Marsch zu Wil van der Beeks 40. Dirigenten-Jubiläum beim deutschen Musikverein Haaren. Als Herausgeber von Wil van der Beeks Transkriptionen klassischer Werke kann Jan de Haan auf viele Jahre erfolgreicher Zusammenarbeit mit ihm zurückblicken. Aus der Moll-Tonart in f-Moll des Hauptthemas und dem melodischen mittleren Satz in Dur ergibt sich ein schöner Kontrast; das relativ langsame Thema verleiht dem Marsch seinen erhabenen und gedämpften Charakter.Pour célébrer les quarante ans de carrière (jubilé d’émeraude) de son confrère, Wil van der Beek, Jan de Haan a composé cette marche de concert l’orchestration colorée. Si, traditionnellement, les marches festives sont écrites dans une tonalité majeure, Jan de Haan s’est affranchi de cette logique pour installer son thème principal dans la tonalité de Fa mineur. Ce faisant, il obtient un charmant contraste avec le passage central mélodique, écrit dans une tonalité majeure. En choisissant un tempo relativement lent, l’œuvre prend une tournure majestueuse, parfois retenue.
SKU: BT.DHP-1094848-020
SKU: BT.DHP-1135479-120
Adornia is a word invented by the composer with a similar meaning as ‘to adorn’, which means 'to embellish'. The thematic cornerstones are DORN, after the commissioning band CMV Juliana in Doornspijk, Netherlands. It also contains the chorale ‘Schmücke dich, du liebe Seele’ used several times in different variations. Adornia contains beautiful melodies, broad dynamic passages and has a spectacular conclusion. Adornia is een fantasiewoord afgeleid van het Engelse werkwoord ‘to adorn’, dat tooien, versieren, opluisteren betekent. Adornia is dan ook in de eerste plaats een compositie ter opluistering van het honderdjarig jubileum van de CMV Juliana uitDoornspijk. Maar het gaat ook over het dorp Doornspijk zelf en zijn omgeving. Het is geen toeval dat de letters D-O-R-N uit de titel terugkomen in de plaatsnaam. Omdat Doornspijk van oudsher uitgesproken kerkelijk is, bevat dit werk een koraalthema,dat steeds vanuit een nieuw perspectief klinkt. Het kerkelijke wordt zo afgewisseld met het wereldlijke, waarin beide elementen niet contrasteren maar elkaar aanvullen. De gekozen Duitse koraalmelodie, oorspronkelijk van Johann Crüger, heet ‘Schmückedich, du liebe Seele’ (‘Tooi je feestelijk, o dierbare ziel’ - alweer een verwijzing naar de titel).De inleiding verwijst naar de tweede zin van het koraal: ‘Laat de duistere poel van zonden achter je’. Het werk begint in mineur, waarin een gedreven majestueuze ritmiek afgewisseld wordt met de zachte koraalklanken. Dan volgt een snellere,beweeglijke cadans, eveneens hoofdzakelijk in mineur. De ritmische impuls symboliseert de zware landarbeid die in vroeger tijden verricht werd, maar ook wordt hierin de landarbeidersziel verklankt, die ondanks de armoede ‘getooid’ is met optimisme.Dat vertaalt zich door het gebruik van versieringen (trillers en triolen).Dan klinkt de koraalmelodie zacht gedragen in fragmenten, afgewisseld met ornamentele lijnen in de saxen en klokken die de zondag inluiden. De strakke ritmische cadans keert vervolgens terug. Er zijn echter veranderingen hoorbaar: de mechanisatieheeft haar intrede gedaan. Toch horen we plotseling nog een paard-en-wagen voorbijkomen als in het dorp de traditionele boerenmarkt wordt gehouden. De nieuwe dynamiek voert naar een hoogtepunt en mondt uit in het koraal, deze keer in een gedragenmars, met een sierlijke bovenstem van bugels en sopraansax. Hier wordt het vervolg van de koraaltekst verklankt: ‘Kom naar het heldere licht en straal het uit’. Adornia eindigt feestelijk met hetzelfde motief waarmee het begon, maar nu in majeur. Defanfare maakt nog eenmaal ‘goede sier’!Adornia est un mot inventé par le compositeur fondé sur le mot anglais pour décorer ou orner, « to adorn ». Le fondement thématique est basé sur DORN, d’après la fanfare commandante, CMV Juliana de Doornspijk aux Pays-Bas. Le choral Schmücke dich, du liebe Seele figure plusieurs fois dans des variations différentes. Adornia contient des mélodies magnifiques, de vastes passages dynamiques et une conclusion impressionnante.
SKU: BT.DHP-1063980-020
This concert march is a tribute to the “pioneers†in the world of brass music in the Lowlands of Netherlands, the original founders of the bands and the people who take the lead in organising the societies and associations in the band movement. Celebrate the joy and friendship of the brass band movement with this truly uplifting march. Een hommage aan de voortrekkers - de ‘pioniers’ - in de wereld van de blaasmuziek in de Lage Landen: de oorspronkelijke oprichters van de orkesten en degenen die steeds weer het voortouw nemen in de organisatie achter de schermenvan de verenigingen en bonden. Deze vrijwilligers zetten zich met hart en ziel in. Soms zijn ze ook nog de spil van families die actief zijn in de verenigingen. Jacob de Haan componeerde Pioneers of the Lowlands ter nagedachtenisvan een van hen, in opdracht van diens familie. De mars wordt gekenmerkt door een krachtig syncopische melodie in mineur, gevolgd door een uitgesproken lyrisch trio in majeur.Dieser Marsch von Jacob de Haan ist geprägt von einer kraftvollen, synkopierten Melodie in Moll, gefolgt von einem besonders lyrischen Trio in Dur. Er ist eine Hommage an alle, die als Pioniere der Musik“ Vereine und Orchester ins Leben gerufen haben und sich oft ehrenamtlich engagieren. Dieser Marsch entstand für einen solchen Pionier aus Holland und wird auch vielen der aktiven und passiven Musikfreunde in Ihrem Konzertsaal aus dem Herzen sprechen.
© 2000 - 2024 Home - New realises - Composers Legal notice - Full version