SKU: BT.DHP-1033337-015

9x12 inches.

Missa Brevis, written for choir and wind band, was commissioned by the Conseil Départemental pour la Musique et la Culture de Haute-Alsace (Dir.: Philippe Pfisterer) in Guebwiller (France), in celebration of the millennium of Pope Leon IX’sbirth in Éguisheim (France). The composer conducted the first performance on June 23, 2002. It was performed live for the French television channel France 2. The mass movements Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus, and Agnus Deiare very suitable for the Catholic as well as the Protestant liturgy. For this mass, various ways for performing in diverse variable strengths are possible. An instrumental performance is possible if the brass represents the choir parts. In thisoption, it is desirable for the brass to be positioned separately from the rest of the band (on a gallery, for example), so that the idea of two choirs is approached. In a performance with a large choir, the brass can work very well as a support. Inthat case, the dynamics of the brass should be adapted somewhat, since these are actually intended for an instrumental performance. You can also leave out the brass entirely for the benefit of the choir. For the accompaniment of smaller choirs, youcan opt for a small ensemble from the band. This can also be a quartet, put together as desired. For the performance of this mass, the obvious choice is one of the above options. However, as an alternative, a performance with a combination of theseoptions (vocally/instrumentally) is also possible not just from an artistic point of view (variation), but also from a practical starting point for example in the case that the choir has rehearsed only two movements. With a full strength, theconductor can vary the instrumentation to his or her liking. Then the brass can also play a role in the accompaniment (instead of supporting the choir). The following combinations are possible:
1. clarinet choir (from Eb Clarinet to BassClarinet)
2. clarinet choir + saxophones
3. brass (flugelhorns, horns, euphoniums, bass section)
4. brass (2 trumpets / 2 trombones)
5. double reeds (optional + flute, optional + string bass)
6. tutti
7. all winds
8. allbrass
In a performance by brass band and choir, it is usually advisable to leave out option 1 (choir + brass + band). The choir sings self-reliantly, accompanied by a full brass band. In an instrumental performance, you can consider a combinedquartet (two cornets and two trombones) + brass band.
Choral parts available separately.

Missa Brevis, geschreven voor koor en blaasorkest, werd gecomponeerd in opdracht van de Conseil Départemental pour la Musique et la Culture de Haute-Alsace (dir. Philippe Pfisterer) in Guebwiller (Frankrijk), ter gelegenheid van het duizendstegeboortejaar van paus Leo IX. In zijn geboorteplaats, Éguisheim (Elzas, Frankrijk), vond op 23 juni 2002 de première van deze mis plaats onder leiding van de componist. Het betrof een live-registratie voor de Franse televisiezender France 2. Demisdelen Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus en Agnus Dei lenen zich uitstekend voor zowel de katholieke als de protestantse liturgie. Er zijn voor deze mis diverse uitvoeringsmogelijkheden mogelijk, aangezien er sprake is van eenvariabele bezetting. Een instrumentale uitvoering behoort uitdrukkelijk tot de mogelijkheden, indien het scherp koper de koorpartijen vertegenwoordigt. In deze optie is het wenselijk dat het scherp koper zich separaat opstelt van de rest van hetorkest (bijvoorbeeld op een galerij), zodat het idee van dubbelkorigheid wordt benaderd. Bij een uitvoering voor groot koor werkt het scherp koper zeer goed als ondersteuning. In dat geval kan de dynamiek van het koper iets worden aangepast,aangezien deze in eerste instantie bedoeld is voor een instrumentale versie. Ook kan men ervoor kiezen het scherp koper helemaal weg te laten ten gunste van het koor. Bij begeleiding van kleinere koren kan men kiezen voor een klein ensemble uit hetorkest. Dit kan ook een naar wens samengesteld kwartet zijn. Voor de uitvoering van deze mis ligt het voor de hand een van deze opties te kiezen. Als alternatief is echter ook een uitvoering mogelijk met een combinatie van deze opties (vocaal/instrumentaal) niet slechts vanuit een artistiek motief (afwisseling), maar ook vanuit een praktisch motief, voor het geval dat het koor bijvoorbeeld slechts twee delen heeft ingestudeerd. Bij een volledige bezetting kan de dirigent deinstrumentatie naar believen afwisselen. Hierbij kan ook het scherp koper in de begeleiding een rol krijgen (in plaats van ondersteuning van het koor). Zo zijn de volgende combinaties mogelijk:

1. clarinet choir (van Es-klarinet tot basklarinet)

2. clarinet choir + saxofoons

3. zacht koper (bugels, hoorns, euphoniums, bassen)

4. scherp koper (2 trompetten / 2 trombones)

5. dubbelrieten (eventueel + fluit, eventueel + contrabas)

6. tutti

7. alle hout

8. alle koper

In een uitvoering voor brassband en koor is het in de meeste gevallen aan te bevelen de optie voor scherp koper weg te laten. Het koor zingt zelfstandig, begeleid door een volledige brassband. In een instrumentale uitvoering kunt u denken aan eencombinatiekwartet (twee cornetten en twee trombones) + brassband.Koorpartijen apart verkrijgbaar.

Missa Brevis, geschrieben für Chor und Blasorchester entstand im Auftrag des Conseil Départemental pour la Musique et la Culture de Haute-Alsace (Dir.: Philippe Pfisterer) in Guebwiller (Frankreich), anlässlich des tausendjährigen Jubiläumsder Geburt von Papst Leo IX in Éguisheim. Der Komponist dirigierte die Uraufführung am 23. Juni 2002. Sie wurde live vom französischen Fernsehen France 2 übertragen. Die Messesätze Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus und Agnus Deieignen sich ausgezeichnet sowohl für die katholische als auch die protestantische Liturgie. Diese Messe kann in diversen variablen Spielstärken aufgeführt werden. Eine Instrumentalaufführung ist möglich, wenn das Blech die Chorstimme übernimmt.Um der Idee von zwei Chören in dieser Variante möglichst gerecht zu werden, empfiehlt es sich, das Blechregister getrennt vom Rest des Blasorchesters aufzustellen (beispielsweise auf einer Galerie). In einer Aufführung mit einem großen Chor kann dasBlechregister sehr gut als Unterstützung dienen. In diesem Fall sollten die Dynamikangaben der Blechbläser etwas angepasst werden, da sie ja eigentlich für eine Instrumentalaufführung gedacht sind. Man kann zugunsten des Chors auch völlig auf dasBlech verzichten. Zur Begleitung kleinerer Chöre können Sie ein kleines Ensemble aus dem Blasorchester wählen. Dies könnte auch ein Quartett in beliebiger Zusammensetzung sein. Für die Aufführung dieser Messe bietet sich eine der oben genanntenVarianten an. Eine Kombination dieser Wahlmöglichkeiten (vokal/instrumental) ist jedoch auch möglich und das nicht nur vom künstlerischen Standpunkt aus betrachtet (zur Abwechslung), sondern auch aus praktischen Erwägungen beispielsweise, wennder Chor nur zwei Sätze einstudiert hat. In voller Besetzung kann der Dirigent die Instrumentierung nach Belieben variieren. Dann können die Blechbläser auch eine Rolle in der Begleitung übernehmen (anstatt den Chor zu unterstützen). Die folgendenKombinationen sind möglich:

1. Klarinettenchor (von Klarinette in Es bis Bassklarinette)

2. Klarinettenchor + Saxophone

3. Blech (Flügelhorn, Horn, Euphonium, Bassregister)

4. Blech (2 Trompeten / 2 Posaunen)

5. Doppelrohrblattinstrumente (wahlweise + Flöte, wahlweise + Kontrabass)

6. Tutti

7. Alle Holzbläser

8. Alle Blechbläser

In einer Aufführung mit Brass Band und Chor ist es gewöhnlich ratsam, nicht die erste Option (Chor + Blech + Blasorchester) zu wählen. Der Chor singt unabhängig, begleitet von einer vollständigen Brass Band. In einer Instrumentalaufführung könnenSie sich für ein kombiniertes Quartett (zwei Kornette und zwei Posaunen) + Brass Band entscheiden. Chorstimmen separat erhältlich.

Missa Brevis est une messe pour Orchestre d’Harmonie et Choeur composée la demande du Conseil Départemental pour la Musique et la Culture de Haute-Alsace (Dir. : Philippe Pfisterer) de Guebwiller en France, l’occasion des célébrations dumillénaire de la naissance du Pape Léon IX Éguisheim. La création mondiale a eu lieu le 23 juin 2002 sous la direction du compositeur, et a été diffusée en direct sur la chaîne de télévision nationale France 2. Les différentes parties de cettemesse (Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus et Agnus Dei) conviennent autant la liturgie catholique qu’ la liturgie protestante. Missa Brevis peut être interprétée dans différentes combinaisons instrumentales. Ellepeut être jouée dans une version purement instrumentale, où les cuivres prennent en charge la partie vocale. En tel cas, il est conseillé de placer les cuivres l’écart de la formation (sur une estrade, par exemple) de façon reproduire l’idée dedeux groupes indépendants. Dans le cadre d’une interprétation avec un grand Choeur, les cuivres jouent un rôle de soutien. Leurs nuances doivent alors être adaptées dans la mesure où elles ont été écrites, l’origine, pour une version instrumentale.Il est également possible de ne pas faire intervenir les cuivres et de privilégier le Choeur. Pour accompagner de petits ensembles vocaux, il faut opter pour une formation instrumentale réduite voire même un Quatuor (instrumentation au choix). Pourl’interprétation de cette messe l’un des choix proposés ci-dessus s’impose. Il existe néanmoins une alternative qui consiste interpréter cette oeuvre en combinant ces options (vocales / instrumentales). Cela peut être bénéfique tant d’un point devue artistique (variante) que pratique dans le cas où le Choeur n’a travaillé que deux mouvements de la messe. Si le chef dispose de deux formations complètes (Choeur et Orchestre d’Harmonie), il peut varier l’instrumentation selon ses préférences. ce moment-l , il peut confier un rôle d’accompagnement et non de soutien aux cuivres de sa formation. Les combinaisons suivantes peuvent être formées :

1. Choeur de Clarinettes (de la Clarinette Mib la Clarinette Basse)

2. Choeur de Clarinettes + Saxophones

3. Cuivres (Bugles, Cors, Barytons / Euphoniums, Basses)

4. Cuivres (2 Trompettes / 2 Trombones)

5. Instruments anches doubles (Fl te et Contrebasse cordes optionnelles)

6. Tutti

7. Tous les Bois

8. Tous les Cuivres

Dans le cadre d’une interprétation par un Brass Band accompagné d’un Choeur, il est préférable de supprimer l’option 1 (Choeur + Cuivres + Orchestre d’Harmonie) car le Choeur étant autonome. Dans une version instrumentale pour Cuivres, il estpossible de former la combinaison suivante : Quatuor (2 Cornets / 2 Trombones) et Brass Band.Partitions pour chœur disponibles séparément.

Parti per coro disponibili a parte.

SKU: PR.16400272S

UPC: 680160588442. 8.5 x 11 inches.

My third quartet is laid out in a three-movement structure, with each movement based on an early, middle, and late work of the great American impressionist painter Mary Cassatt. Although the movements are separate, with full-stop endings, the music is connected by a common scale-form, derived from the name MARY CASSATT, and by a recurring theme that introduces all three movements. I see this theme as Mary's Theme, a personality that stays intact while undergoing gradual change.   I The Bacchante (1876) [Pennsylvania Academy of Fine Arts, Philadelphia, Pennsylvania]   The painting shows a young girl of Italian or Spanish origin, playing a small pair of cymbals. Since Cassatt was trying very hard to fit in at the French Academy at the time, she painted a lot of these subjects, which were considered typical and universal. The style of the painting doesn't yet show Cassatt's originality, except perhaps for certain details in the face. Accordingly the music for this movement is Spanish/Italian, in a similar period-style but using the musical signature described above. The music begins with Mary's Theme, ruminative and slow, then abruptly changes to an alla Spagnola-type fast 3/4 - 6/8 meter. It evokes the Spanish-influenced music of Ravel and Falla.   Midway through, there's an accompanied recitative for the viola, which figures large in this particular movement, then back to a truncated recapitulation of the fast music. The overall feeling is of a well-made, rather conventional movement in a contemporary Spanish/Italian style. Cassatt's painting, too, is rather conventional.   II At the Opera (1880) [Museum of Fine Arts, Boston, Massachusetts]   This painting is one of Cassatt's most well known works, and it hangs in the Museum of Fine Arts in Boston. The painting shows a woman alone in a box at the opera house, completely dressed (including gloves) and looking through opera glasses at someone or something that is NOT on the stage. Across the auditorium from her, but exactly at eye level, is a gentleman with opera glasses intently watching her - though it is not him that she's looking at. It's an intriguing picture.   This movement is far less conventional than the first movement, as the painting is far less conventional. The music begins with a rapid, Shostakovich-type mini-overture lasting less than a minute, based on Mary's Theme. My conjecture is that the woman in the painting has arrived late to the opera, busily stumbling into her box. What happens next is a kind of collage, a kind of surrealistic overlaying of two different elements: the foreground music, at first is a direct quotation of Soldier's Chorus from Gounod's FAUST (an opera Cassatt would certainly have heard in the brand-new Paris Opera House at that time), played by Violin II, Viola, and Cello. This music is played sul ponticello in the melody and col legno in the marching accompaniment. On top of this, the first violin hovers at first on a high harmonic, then descends into a slow melody, completely separate from the Gounod. It's as if the woman in the painting is hearing the opera onstage but is not really interested in it. Then the cello joins the first violin in a kind of love-duet (just the two of them, at first). This music isn't at all Gounod-derived; it's entirely from the same scale patterns as the first movement and derives from Mary's Theme and its scale. The music stays in a kind of dichotomy feeling, usually three-against-one, until the end of the movement, when another Gounod melody, Valentin's aria Avant de quitter ce lieux reappears in a kind of coda for all four players. It ends atmospherically and emotionally disconnected, however. The overall feeling is a kind of schizophrenic, opera-inspired dream.   III Young Woman in Green, Outdoors in the Sun (1909) [Worcester Art Museum, Massachusetts]   The painting, one of Cassatt's last, is very simple: just a figure, looking sideways out of the picture. The colors are pastel and yet bold - and the woman is likewise very self-assured and not in the least demure. It is eight minutes long, and is all about melody - three melodies, to be exact (Young Woman, Green, and Sunlight). No angst, no choppy rhythms, just ever-unfolding melody and lush harmonies. I quote one other French composer here, too: Debussy's song Green, from Ariettes Oubliees. 1909 would have been Debussy's heyday in Paris, and it makes perfect sense musically as well as visually to do this.   Mary Cassatt lived her last several years in near-total blindness, and as she lost visual acuity, her work became less sharply defined - something akin to late water lilies of Monet, who suffered similar vision loss. My idea of making this movement entirely melodic was compounded by having each of the three melodies appear twice, once in a pure form, and the second time in a more diffuse setting. This makes an interesting two ways form: A-B-C-A1-B1-C1.   String Quartet No.3 (Cassatt) is dedicated, with great affection and respect, to the Cassatt String Quartet, whose members have dedicated themselves in large measure to the furthering of the contemporary repertoire for quartet.

SKU: HL.14045047

ISBN 9790707006009. UPC: 9790707006009. French.

Le best seller pour apprendre la guitare acoustique!
La methode Coup de pouce guitare volume 1 est incontournable pour apprendre et progresser rapidement. Elle a fait ses preuves depuis 30 ans.
1 livre + fichiersaudio + 32 videos de cours.
Avec plus d'1 million d'exemplaires vendus, notre methode coup de pouce guitare volume 1 a prouve son efficacite. Alors, a vous de jouer !
Profitez de cours de qualite et maitrisezl'accompagnement de morceaux connus: The Police, Bob Marley, James Blunt, Moriarty, Oasis, Telephone, De Palmas, Bob Dylan, Brassens, Tracy Chapman, Henri Salvador, Renaud, Cabrel, Souchon.Des pistes audio sur lesquelles sontenregistrees les exercices et morceaux tres melodiques et dans des styles de musique varies: blues, folk, bossa nova, classique, rock...C'est ideal pour faciliter le dechiffrage, jouer juste et soigner la mise en place desmorceaux.
Que vous soyez autodidacte ou joueur debutant, la methode coup de pouce guitare volume 1 a ete pensee pour vous.76 pages de cours avec de nombreux conseils pour tenir et accorder sa guitare, changer ses cordesmais aussi lire une tablature, jouer des accords, des arpeges et maitriser les techniques de l'accompagnement.La mise en page est soignee et les explications sont claires grace aux dessins representants le manche de la guitareet le placement des doigts.Les partitions des exercices et morceaux sont ecrites en solfege et tablatures pour vous permettre d'etre accompagne par des amis musiciens.
Les principales notions de solfege, les differents signes et effets utilises a la guitare sont expliques simplement.A la fin de la methode, le mini dictionnaire reprenant les accords essentiels joues a la guitare sera une aide precieuse.
Les 3 supports que nous proposons sont complementaires et vous permettent d'apprendre la guitare dans les meilleures conditions.
Avec plus d'1 million d'exemplaires vendus, notre methode coup de pouce guitare volume 1 a prouve son efficacite. Alors, a vous de jouer !

SKU: BT.AMP-202-140

9x12 inches. English-German-French-Dutch.

This piece is about a medieval legend, The Treasure of Zolverknapp, thatis associated with the region around the village Zolver in Luxembourg.It tells the tale of hidden treasure, brave knights, fierce battles, silverand jewels and a devil?s curse! All of these combine to make The Legendof Celobrium a legendary concert work.

The Legend of Celobrium is geschreven in opdracht van de Harmonie de Soleuvre uit Luxemburg, ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan in 2007. Celobrium was de Romeinse naam voor Soleuvre (Zolwer in het Luxemburgs, Zolverin het Duits). Het werk beschrijft een beroemde sage die al eeuwen bekend is in de regio. Een muzikaal verhaal boordevol avontuur!

Dieses Stück handelt von einer mittelalterlichen Sage aus der Region um das Dorf Zolver (lateinisch Celobrium) in Luxemburg. Sie erzählt von einem Silberschatz in einer alten Burg. Raubritter, Krieg, Flucht, Silber und Juwelen, der Teufel und ein Fluch, der heute noch jene trifft, die versuchen, den Schatz zu heben, machen The Legend of Celobrium zu einem spannenden Konzertwerk.

The Legend of Celobrium (“La légende de Celobrium”) est une œuvre de commande pour l’Orchestre d’Harmonie de Soleuvre au Luxembourg l’occasion de la célébration de son centenaire, en 2007.Celobrium est le nom donné par les Romains la ville de Soleuvre (Zolwer en luxembourgeois ou Zolver en allemand). La composition raconte une célèbre légende liée la région depuis des siècles : la légende du Trésor du Zolwerknapp.Le Zolwerknapp (signifiant littéralement « bouton de Soleuvre ») est un des points les plus élevés du Luxembourg. Jadis, il abritait le ch teau d’Alexandre, un noble chevalier descendant du prestigieux Ordre médiéval des Templiers, qui y vivaitavec sa famille et son armée. Non loin du Zolwerknapp, près de Belvaux, vivait au sommet d’une colline boisée, un puissant voleur du nom de Tara. Les deux hommes étaient constamment en conflit, chacun voulant régner sur les terres alentours. Tara finit par remporter le conflit et consentit une seule concession. Il autorisa l’épouse d’Alexandre quitter les lieux avec son ne et emporter avec elle tous les biens précieux que l’ ne pouvait porter. Il lui accorda le droit de s’installer en lieu s r aussi loin que l’ ne pouvait la mener. Magnanime, elle choisit d’emmener son mari avec elle, consciente que sa fuite serait ainsi ralentie. Avant de partir, elle jeta son or et ses précieux joyaux dans un puits profond du ch teau.Le voyage fut long et difficile. force de ténacité, ils réussirent se mettre en sécurité au sommet d’une colline avoisinante. Ils s’y installèrent et érigèrent un nouveau ch teau, le ch teau de Differdange.Les siècles passèrent et le ch teau du Zolwerknapp n’était plus qu’un amas de ruines. Jamais personne n’avait osé y chercher le trésor qui sommeillait dans les profondeurs du puits. Mais un jour, le prêtre local réussit persuader sept hommes braves de descendre au fond de l’obscur goulot pour récupérer l’or. Pour ce faire, il leur donna une corde et leur conseilla de garder le silence une fois le fond atteint. Les sept.

SKU: BU.EBR-A095

ISBN 9790560151977. 8.58 x 12.48 inches.

La collection ANACROUSE offre aux pianistes novices et confirmés un large choix d’œuvres classiques, allant de la Renaissance à l’époque moderne.

Proposer tout à la fois des « incontournables » du répertoire classique et des pièces de compositeurs parfois oubliés, toutes d’une valeur pédagogique indéniable, tels sont les objectifs que nous nous sommes fixés. Chaque pièce, vendue à l’unité, a fait l’objet d’un travail éditorial attentif, tant sur le plan de l’établissement du texte musical que de sa gravure, afin de garantir aux musiciens les conditions indispensables aux plaisirs tirés du commerce fréquent de ces œuvres.

Les partitions sont proposées sous la forme d’ouvrages traditionnels (feuillets papier), et disponibles également par téléchargement.



Les quatre saisons (opus 8, n° 1-4) est un ensemble de quatre concertos pour violon soliste et orchestre de chambre à cordes, composé par Antonio Vivaldi, et qui ouvre le recueil La bataille entre l'harmonie et l'invention. Bien qu’édité en 1725 à Amsterdam, la composition de ces quatre concertos est certainement antérieure de quelques années.

Cette œuvre est l'une des plus représentative du genre Concerto, c'est aussi certainement la composition la plus connue d’Antonio Vivaldi.
Le printemps est le nom que porte le concerto n° 1 en mi majeur (op. 8, RV 269). Il est se compose de trois mouvements : Allegro, Largo, Allegro.
Son introduction, comme le troisième mouvement de l'œuvre (L’Été), sont les passages les plus célèbres de cet opus.
Sur la partition, le compositeur précise les correspondances avec les poèmes, il va même jusqu'à expliciter certains détails (aboiements de chien, noms d'oiseaux : coucou, tourterelle, pinson...). L’ensemble de l’œuvre est accompagnée de quatre sonnets décrivant le déroulement des saisons. Voici celui du Printemps :


Allegro
Voici le Printemps,
Que les oiseaux saluent d'un chant joyeux.
Et les fontaines, au souffle des zéphyrs,
Jaillissent en un doux murmure.


Ils viennent, couvrant l'air d'un manteau noir,
Le tonnerre et l'éclair messagers de l'orage.
Enfin, le calme revenu, les oisillons
Reprennent leur chant mélodieux.

Largo
Et sur le pré fleuri et tendre,
Au doux murmure du feuillage et des herbes,
Dort le chevrier, son chien fidèle à ses pieds.

Allegro
Au son festif de la musette
Dansent les nymphes et les bergers,
Sous le brillant firmament du printemps.