SKU: BT.DHP-0890148-020
This 4-movement suite is based on authentic folktunes from the beautiful southern province in France: the Provence. The composer used an harmonic language respecting the popular characteristics, but on the other hand also contains some spicy notes (... just like the wellknown Provençal sauce! ...). The instrumentation is very colourful, paying a lot of attention to the different timbres of both brass and wood winds as well as to the percussion section.Every movement has its own character: Un Ange a fa la crido (= An angel brought the creed / credo) is like a bourrée, Adam e sa Coumpagnou (= Adam and his companion) is an old love song, Lou Fustié (= the carpenter)a fast dance and finally Lis Escoubo (= a whistle tune / popular ballad) is a farandole. In the latter, the old tradition of folk musicians who play a whistle with one hand and a drum with the other hand, is clearly represented during the first presentations of the one and only theme)Although this piece is not too demanding, a well balanced band is necessary to perform it successfully. Thanks to the contrasts and the varying colours, it keeps on holding the attention. Dieses vierteilige Werk basiert auf alten Volksliedern aus der Provençe. Der Komponist verwendet diese Melodien in einer farbig instrumentierten Suite und braucht hierbei eine Klangsprache, die einerseits den volkstümlichen Charakter nichtverleugnet, aber andererseits doch ab und zu eine pikante Note enthält.Die Teile sind: Un ange a fa la crido, Adam e sa coumpagno, Lou Fusti en Lis Escoubo.
SKU: BT.DHP-1135396-020
9x12 inches. English-Dutch.
This musical fantasy depicts the history of the Dutch fortified town of Elburg. The work begins with an atmospheric medieval picture of the Convent of St Agnes, the nunnery that was built in the first half of the 15th century. We hear the sound of the convent bells together with an upward motif, which will reappear later in the work. Next, the rest of Elburg is featured, including the fortress - from which the bells of the Sint-Nicolaaskerk (Saint Nicholas Church) are ringing. Then, cheerful sounds can be heard at the Vischpoort (Fish Gate), where a dancing group is performing a 16th century French folk dance (a branle des chevaux). We also hear old wagons rumbling over the town’scobble stones. Trade made this Hanseatic town a lively place. The repetitive upward motif first heard in the introduction now develops into a more distinct feature, reflecting the mercantile spirit of the town residents.Then follows the slow middle movement, in which the clock has been turned back to the time when Elburg was still lying on the Zuiderzee (which was a bay of the North Sea), and was struggling with floods. After the second St. Marcellus Flood (1362) and the water flood of 1367 it was decided that the town would be relocated. We now hear the theme of branle des chevaux in a minor key, followed by a death bell sounding in remembrance of the drowned citizens of the former town. Back in our own time, a slow, expressive theme in Baroque style mirrors Elburg’s tranquil places, such as the Feithenhof (Feithen Court) and the Weduwenhofje (Widow Court). Then the bustle returns with motifs from the introduction, followed by an attractive theme in which present-day Elburg is portrayed with its many tourists. Now, suddenly, there is an echo from the past, depicting the dramatic floods and wars that once plagued the town. This leads to the grand closing theme: branle des chevaux is heard for a final time from the perspective of the historic town centre. Deze muzikale fantasie vertelt de geschiedenis van de Nederlandse vestingstad Elburg. Het werk begint met een middeleeuws sfeerbeeld vanuit het Agnietenklooster, het nonnenklooster dat in de eerste helft van de 15e eeuw werd gebouwd. We horen de kloosterklok samen met een opwaarts motief, dat ook later in het werk terugkomt. Vervolgens komt de rest van Elburg aan bod, inclusief de vesting - van waaruit de klokken van de Grote of Sint-Nicolaaskerk weergalmen. Dan klinken bij de Vischpoort de vrolijke geluiden van een dansgroep die daar een 16e-eeuwse Franse volksdans (branle des chevaux) uitvoert. Ook horen we oude karren over de kinderkopjes van de stad denderen. Dehandel maakt deze Hanzestad tot een levendige plaats. Het zich steeds herhalende opwaartse motief uit de inleiding krijgt hier een nadrukkelijker karakter en verbeeldt de handelsgeest van de stedelingen.Dan volgt het langzame middendeel, waarin de klok wordt teruggedraaid naar de tijd dat Elburg nog direct aan de Zuiderzee lag en te kampen had met overstromingen. Na de tweede Sint-Marcellusvloed (1362) en de watervloed van 1367 werd besloten dat de stad verplaatst zou worden. We horen het thema van de branle des chevaux in mineur, gevolgd door een doodsklok, die de verdronken inwoners van de voormalige stad herdenkt. Terug in onze eigen tijd verklankt een langzaam, expressief thema in barokke stijl de verstilde plekken in de stad, zoals het Feithenhof en het Weduwenhofje. Dan keert de levendigheid terug met motieven uit de inleiding, gevolgd door een aansprekend thema waarin het Elburg van nu met zijn vele toeristen doorklinkt. Plotseling is er dan nog even een echo uit het verleden: de dramatiek van de overstromingen en oorlogen die de stad ooit teisterden. Hieruit vloeit het grootse slotthema voort: de branle des chevaux is voor de laatste keer te horen vanuit het perspectief van de historische binnenstad.
SKU: BT.DHP-1135396-120
SKU: BT.DHP-1115084-020
9x12 inches. English-German-French-Dutch.
It may be surprising to see a fanfare piece commissioned by a Japanese ensemble, since fanfare orchestras are typically found in Belgium, Holland and Luxembourg, and also France and Switzerland. Senzoku Gakuen is one of the largest and mostprestigious music universities in Japan, and home to a wide variety of ensembles and orchestras. Since 2006 they have had a fanfare orchestra, which was started by Sotaru Fukaishi, a euphonium teacher who felt further performance opportunity wasneeded for saxhorn instruments. Fukaishi had loved the sound of fanfare orchestras ever since visiting the World Music Contest in Kerkrade (Holland) several years earlier. Jan Van der Roost was involved with this new initiative from the beginning,and they were also joined by Manu Mellaerts for certain projects. The Dean of the music department, Professor Kazuo Tomioka, fully supports the ensemble and commissioned Ostinati. The première took place on June 11th at Maeda Hall inMizonokuchi (Kawasaki) where Senzoku Gakuen is based. The piece opens with an impressive timpani solo, followed by brass and saxophone. The rhythmical pulse remains constant and the music is fiery and assertive in character. A pentatonic melodygradually emerges and the music loses its vehemency and softens. The initial percussion ostinati subsequently recurs and the first section of the piece concludes in a similar mood to the opening. The second movement is sweet and melodic, opening witha long passage for the saxophone family in a minor key. The same theme then appears in the major and is developed upon; the music builds to a majestic orchestral forte, reminiscent of a pipe organ in its sonority. The theme returns in the originalminor key with a change in instrumentation leading the movement to a quiet and peaceful end on a soft E minor chord. The finale starts with percussion: a four-bar pattern is repeated several times over which the movement’s melodic themes areintroduced. These melodic elements are varied and used in different versions and the ostinato idea, which characterizes the entire piece, is highlighted. The theme travels through the orchestra, appearing on various instruments and in variousregisters. It captures the listener’s attention and displays the full range of sound and colour within the fanfare orchestra.Het is misschien verrassend dat dit fanfarewerk is geschreven in opdracht van een Japans ensemble, aangezien fanfareorkesten vooral te vinden zijn in België, Nederland en Luxemburg, en ook wel in Frankrijk en Zwitserland. SenzokuGakuen is een van de grootste en meest prestigieuze muziekopleidingen van Japan, en de thuisbasis van een grote verscheidenheid van ensembles en orkesten. In 2006 is er een fanfareorkest opgericht, en wel door Sotaru Fukaishi, eeneuphoniumdocent die vond dat er meer mogelijkheden moesten komen voor optredens met saxhoorninstrumenten. Fukaishi had enkele jaren daarvoor genoten van de fanfareklank toen hij het Wereld Muziek Concours in Kerkrade bezocht. DeBelgische componist Jan Van der Roost was van het begin af aan betrokken bij dit nieuwe initiatief, en ook Manu Mellaerts werd voor een aantal projecten aangetrokken. Het hoofd van de muziekfaculteit, professor Kazuo Tomioka, staatgeheel achter het ensemble en gaf de opdracht tot het schrijven van Ostinati. De première vond plaats op 11 juni in de Maeda Hall in Mizonokuchi (Kawasaki), waar Senzoku Gakuen is gevestigd. Het werk begint met een indrukwekkendepaukensolo, gevolgd door koper en saxofoon. De ritmische puls blijft constant, en de aard van de muziek is vurig en krachtig. Geleidelijk komt er een pentatonische melodie naar voren en wordt de muziek minder heftig, ze wordtzachter van karakter. De aanvankelijke ostinati in het slagwerk verschijnen dan opnieuw, waarna het eerste deel van het werk eindigt in dezelfde sfeer als waarmee het begon. Het tweede deel is lieflijk en melodisch. Het opentmet een lange passage voor de saxofoons in een mineurtoonsoort. Dan klinkt hetzelfde thema in majeur en daar wordt op voortgeborduurd: de muziek ontwikkelt zich tot een majestueus orkestraal forte, dat qua sonoriteit doet denkenEs mag überraschen, dass dieses Fanfareorchesterwerk ausgerechnet von einem japanischen Ensemble in Auftrag gegeben wurde, da Fanfareorchester doch eher in Belgien, den Niederlanden oder Luxemburg oder auch in Frankreich oder Schweiz zu finden sind. Senzoku Gakuen ist eine der größten und renommiertesten Musikschulen Japans und Heimstätte einer Vielfalt an Ensembles und Orchestern. Im Jahr 2006 wurde ein Fanfareorchester gegründet. Den Anstoß gab Sotaru Fukaishi, ein Euphoniumlehrer, der den Instrumenten der Saxhorn-Familie mehr Spielmöglichkeiten bieten wollte. Fukaishi hatte sich einige Jahre zuvor bei der Weltmeisterschaft in Kerkrade (Holland) in den Klang vonFanfareorchestern verliebt. Jan Van der Roost war von Beginn an in die Entwicklung dieser Idee involviert und, einige Projekte betreffend, ebenso Manu Mellaerts. Der Dekan des Musik-Colleges, Professor Kazuo Tomioka, steht voll und ganz hinter dem Ensemble und gab Ostinati in Auftrag. Die Premiere fand am 11. Juni 2011 in der Maeda Hall in Mizonokuchi statt, dem Heimatort der Schule Senzoku Gakuen. Das Stück beginnt mit einem eindrucksvollen Paukensolo, bevor Blechbläser und Saxophon einsetzen. Der rhythmische Puls bleibt konstant unter einer feurigen, nachdrücklichen Musik. Eine pentatonische Melodie bildet sich nach und nach heraus, während die Musik an Heftigkeit verliert und sanfter wird. Die anfänglichen Ostinati im Schlagwerk kehren zurück und so endet der erste Satz des Werkes in einer der Eröffnung ähnlichen Stimmung. Der zweite Satz ist lieblich und melodiös. Er beginnt mit einem langen Abschnitt für die Saxophone in Moll. Dann erscheint das gleiche Thema in Dur und durchläuft eine Entwicklung; die Musik baut sich zu einem majestätischen orchestralen Forte auf, das in seiner Klangfülle an eine Orgel erinnert. Dann kehrt das Thema in seiner ursprünglichen Moll-Tonart und in veränderter Instrumentierung zurück, um den Satz ruhig und friedvoll in einem e-Moll-Akkord enden zu lassen. Il pourrait paraître surprenant qu’un ensemble japonais puisse commander une pièce pour orchestre de fanfare, puisque l’on rencontre surtout ce type de formation en Belgique, aux Pays-Bas et au Luxembourg, ainsi qu’en France et en Suisse. Senzoku Gakuen, l’une des plus grandes et plus prestigieuses académies de musique du Japon, compte une grande variété d’ensembles et d’orchestres. En 2006 s’y est ajouté un orchestre de fanfare fondé par Sotaru Fukaishi, un professeur d’euphonium qui pensait qu’il était nécessaire d’offrir de plus larges possibilités aux cuivres de la région. Depuis qu’il avait assisté au World Music Contest de Kerkrade (Pays-Bas), plusieurs années auparavant,Fukaishi se prit de passion pour le son chaud et généreux de l’orchestre de fanfare, une formation atypique au Japon. Jan Van der Roost a favorablement adhéré cette nouvelle initiative, tandis que Manu Mellaerts collabora avec les deux hommes afin de concrétiser certains projets. Le professeur Kazuo Tomioka, doyen du collège de musique, soutint vigoureusement l’orchestre et commanda Ostinati. La création de l’oeuvre fut donnée le 11 juin 2011 au Maeda Hall de Mizonokuchi (Kawasaki), où se trouve Senzoku Gakuen. La pièce débute avec un impressionnant solo de timbales précédant l’entrée des cuivres et des saxophones. La pulsion rythmique est constante, la musique est énergique et de caractère affirmé. Une mélodie pentatonique émerge graduellement, alors que la trame musicale diminue d’intensité et s’adoucit. L’ostinato la percussion revient fréquemment et la première partie de l’oeuvre se termine dans un climat semblable celui du début. Le deuxième mouvement, doux et romancé, débute avec un long passage en mode mineur joué par les saxophones. Le même thème apparaît alors en mode majeur et se développe peu peu ; la musique s’intensifie pour arriver un majestueux et orchestral forte dont les sonorités rappellent celles d’un orgue d’église. Puis le thème revient sa tonalité mineure d’origine avec un changement d’instrumentation qui mène.
SKU: BT.DHP-1115084-120
SKU: BT.AMP-274-120
Philip Sparke's Sinfonietta No. 4 is comprised of three parts that are played as an uninterrupted whole. The _x001F_first movement begins with a lyrical fugato passage, framing a brisker and more rhythmical middle section. The second movement is slower and contains a long and expressive euphonium solo. The third movement is a salute to the sponsor of this commission: various percussion instruments conjure up sounds reminiscent of a carpenter's workshop, accompanied by a unison orchestral passage in a scat style.Sinfonietta No. 4 bestaat uit drie in elkaar overlopende delen. Het eerste deel bestaat uit een lyrische fugato dat overgaat in een sneller en ritmisch gedeelte. In het tweede, trage deel, komt een prachtige euphoniumsolo aan bod. Het derde deel bevat een muzikale knipoog naar de opdrachtgever van het werk waarin de componist diverse slagwerk instrumenten geluiden na laat bootsen die uit een timmermanswekplaats lijken te komen. Philip Sparkes Sinfonietta No. 4 besteht aus drei Teilen, die ohne Unterbrechung gespielt werden. Der erste Satz beginnt mit einer lyrischen Fugato-Passage, die einen schnelleren und rhythmischeren Mittelteil umrahmt. Der zweite Teil ist langsamer und enthalt ein langes, expressives Euphoniumsolo. Der dritte Teil ist ein Salut an den Sponsor dieses Kompositionsauftrags: Diverse Schlaginstrumente erinnern an die Klange aus einer Schreinerei, unisono begleitet von einer Orchesterpassage im Scat-Stil.Sinfonietta Ndeg 4 est une oeuvre en trois mouvements qui s'enchainent sans interruption. Le premier mouvement decrit le village de Stramproy. Il s'ouvre avec un passage lyrique en style fugue qui enserre un passage central plus rapide et plus rythme. Dans le second mouvement, la musique est plus apaisee. Un magni_x001C_fique solo d'euphonium traverse la trame musicale. Le troisieme et dernier mouvement illustre les activites de l'entreprise commanditaire de l'oeuvre. On entend les bruits de l'atelier dans un passage pour multi-percussions, qui ornemente une texture orchestrale a l'unisson, proche du scat.Sinfonietta No. 4 si compone di tre parti da eseguire senza interruzione. Il primo movimento inizia con un lirico passaggio fugato, che fa da cornice a una parte centrale piu veloce e ritmica. Nel secondo movimento la musica e piu calma. Un magni_x001E_fico assolo di eufonio attraversa la trama musicale. Il terzo movimento descrive in musica le attivita dell'azienda che ha commissionato il brano (un laboratorio di falegnameria), attraverso un passaggio per le percussioni che ornano un andamento orchestrale all'unisono.
SKU: BT.AMP-274-020
Philip Sparke’s Sinfonietta No. 4 is comprised of three parts that are played as an uninterrupted whole. The _x001F_first movement begins with a lyrical fugato passage, framing a brisker and more rhythmical middle section. The second movement is slower and contains a long and expressive euphonium solo. The third movement is a salute to the sponsor of this commission: various percussion instruments conjure up sounds reminiscent of a carpenter’s workshop, accompanied by a unison orchestral passage in a scat style.Sinfonietta No. 4 bestaat uit drie in elkaar overlopende delen. Het eerste deel bestaat uit een lyrische fugato dat overgaat in een sneller en ritmisch gedeelte. In het tweede, trage deel, komt een prachtige euphoniumsolo aan bod. Het derde deel bevat een muzikale knipoog naar de opdrachtgever van het werk waarin de componist diverse slagwerk instrumenten geluiden na laat bootsen die uit een timmermanswekplaats lijken te komen. Philip Sparkes Sinfonietta No. 4 besteht aus drei Teilen, die ohne Unterbrechung gespielt werden. Der erste Satz beginnt mit einer lyrischen Fugato-Passage, die einen schnelleren und rhythmischeren Mittelteil umrahmt. Der zweite Teil ist langsamer und enthält ein langes, expressives Euphoniumsolo. Der dritte Teil ist ein Salut an den Sponsor dieses Kompositionsauftrags: Diverse Schlaginstrumente erinnern an die Klänge aus einer Schreinerei, unisono begleitet von einer Orchesterpassage im Scat-Stil.Sinfonietta N° 4 est une oeuvre en trois mouvements qui s’enchaînent sans interruption. Le premier mouvement décrit le village de Stramproy. Il s’ouvre avec un passage lyrique en style fugué qui enserre un passage central plus rapide et plus rythmé. Dans le second mouvement, la musique est plus apaisée. Un magni_x001C_fique solo d’euphonium traverse la trame musicale. Le troisième et dernier mouvement illustre les activités de l’entreprise commanditaire de l’oeuvre. On entend les bruits de l’atelier dans un passage pour multi-percussions, qui ornemente une texture orchestrale l’unisson, proche du scat.Sinfonietta No. 4 si compone di tre parti da eseguire senza interruzione. Il primo movimento inizia con un lirico passaggio fugato, che fa da cornice a una parte centrale più veloce e ritmica. Nel secondo movimento la musica è più calma. Un magni_x001E_fico assolo di eufonio attraversa la trama musicale. Il terzo movimento descrive in musica le attivit dell’azienda che ha commissionato il brano (un laboratorio di falegnameria), attraverso un passaggio per le percussioni che ornano un andamento orchestrale all’unisono.
SKU: BT.DHP-1012585-020
Cortège, Choral et Farandole is a piece that any band, regardless of its level, will enjoy performing. Special attention has been paid to the choice of its tonality, to its register and to its orchestration to make it accessible. The work has three movements: Cortege - solemn in character and expressive through its majestic pace and tone, Choral - more serene and Farandole - a lively movement overflowing with cheerfulness and rejoicing. Cortège, Choral et Farandole ist eines der Werke, die für jedes Orchester, unabhängig von seinem Niveau, reines Spielvergnügen bedeuten. André Waignein hat grooßen Wert auf die Wahl der tonarten, die Lage und die Besetzung gelegt, um es besonders gut spielbar zu machen.Das Werk ist in drei Sätze unterteilt.Der erste, Cortège, wirkt von Anfang an durch einen majestätischen Schritt und Ton sehr feierlich.Der zweite Satz, Choral, ist in seinem Charakter heiterer und lädt zur Meditation ein. Farandole, der Dritte Satz, wirkt dagegen lebhaft. Vom ersten Takt an ist er voll überschäumender Fröhlickkeit, Jubel und Lebensfreude.
SKU: BT.DHP-1012585-120
SKU: BT.DHP-1074314-120
For Three Aspects of Kurt Weill Peter Kleine Schaars took inspiration from the three periods that characterise the life of Weill - he successivelylived in Berlin, Paris and New York. One theme is used to create threetotally different atmospheres, a protest march against the fascists inBerlin, a French Musette (valse de Paris) and an American big bandstyle Broadway orchestra. Let this great work show the versatility ofyour concert band! Peter Kleine Schaars werd ge nspireerd door de drie periodes die het leven van Weill (1900-1950) kenmerkten - in Berlijn, Parijs en New York. Three Aspects of Kurt Weill bevat één thema dat in drie verschillende stemmingennaar voren komt, corresponderend met de drie genoemde periodes: als een protestmars en een parodie op het fascistische gebruik van muziek, als een Franse musette en ten slotte in een Amerikaanse bigbandstijl.Kurt Weill, der unter anderem mit seiner Musik zur Dreigroschenoper berühmt wurde, lebte nacheinander in Berlin, Paris und New York. Three Aspects of Kurt Weill weist ein Thema auf, das dementsprechend in drei völlig unterschiedlichen Stimmungen erscheint: als Protestmarsch gegen die Faschisten in Berlin, als französische Musette und im amerikanischen Big- Band-Stil. Beweisen Sie die Verwandlungsfähigkeit Ihres Blasorchesters! Dans le cadre du projet “La musique de Kurt Weillâ€, organisé Leeuwarden (Pays-Bas) en 2006, Peter Kleine Schaars a donné une seconde jeunesse plusieurs œuvres que le compositeur allemand avait créées pour le Dreigroschen Orchester (L’Orchestre de quat’sous), un ensemble qu’il avait spécialement formé et dont il avait fixé l’instrumentation pour interprété sa Kleine Dreigroschenmusik (Une petite musique de quat’sous).Peter Kleine Schaars s’est inspiré des trois périodes qui ont marqué la vie de Kurt Weill (1900-1950) : ses étapes Berlin, Paris et New York. Three Aspects of Kurt Weill (“Trois impressions divertissantes de Kurt Weillâ€) développe un thèmerécurrent exposé dans trois climats musicaux différents qui correspondent aux trois étapes de la vie de Weill.Le premier mouvement est une marche protestataire “aux accents berlinois†qui parodie l’utilisation de la musique sous le fascisme. Les trompettes ont le premier rôle. Le second mouvement chemine sur une valse musette toute parisienne qui fait la part belle au saxophone alto et l’accordéon. Le troisième et dernier mouvement développe le thème dans une trame swing typique du Big Band. Votre formation se métamorphose en un grand orchestre digne de Broadway !
SKU: BT.DHP-1145556-120
English-German-French-Dutch.
The Other Side was written as a farewell to a loved one. Following the melancholy theme of mourning in a minor key we also hear the happy memories in major key and also the knowledge that the person who has gone to ‘a better place’ is now at peace. This is a soulful and calm work that leaves plenty of space for the musicians’ and listeners’ own thoughts. This set includes optional parts for piano and vibraphone. The Other Side (De l’autre coté) se compose de trois mouvements ininterrompus exprimant tout d’abord, le chagrin que l’on éprouve la perte d’un être cher mais aussi les moments heureux passés avec lui. Alors que le deuxième mouvement s’achève brutalement sur un fortissimo, vient ensuite un dernier mouvement instaurant une ambiance impressionniste magique : il évoque l’adieu, le passage vers une nouvelle vie. Une œuvre lente qui privilégiera vos moments de recueillement.
SKU: BT.DHP-1094719-020
Bliss: Impressions of a Village contains three impressions of a village in the beautiful Brabant province in the Netherlands. The fi rst movement is in a very ‘classical style’ and, appropriately, captures the village’s history. Saxophones and a glockenspiel follow the path of a small, playful river. The entire band join in as the small river approaches an ancient castle. The third movement contains lots of interesting rhythms portraying the hustle and bustle of everyday life in the village.Het Engelse woord ‘bliss’ betekent heerlijkheid of zaligheid. De titel is ontleend aan de oorsprong van het Noord-Brabantse dorp Dussen, dat bestaat uit drie voormalige ‘heerlijkheden’ (landgoederen): Munsterkerk, Muilkerk en Heer Aartswaarde. Het werk omvat een drietal impressies. Het eerste deel schetst het verleden en het heden van Dussen. Het verleden komt tot uiting in de ‘klassieke’ inleiding, het heden in het snellere en meer dynamische vervolg. Dat de geschiedenis altijd een rol blijft spelen, blijkt uit het slot van dit deel, waarin het beginthema ge ntegreerd wordt in het tempo van het heden. In het tweede deel weerklinken het riviertje de Dusse en het kasteel - tweekarakteristieke elementen van Dussen. Het stromen van het water is hoorbaar in de trillers van de saxofoons, gecombineerd met het klokkenspel en de bar chimes. Tegelijkertijd is er een lyrische melodie te horen, die zacht begint en steeds sterker wordt, tot het gehele orkest speelt. Op het hoogtepunt gaat deze melodie over in een muzikale weerspiegeling van het kasteel, dat ook een vooraanstaande rol speelt in de ‘heerlijkheid’ van Dussen. Vanuit de statigheid van het kasteel eindigt dit deel zoals het is begonnen: met het kabbelende riviertje in de verte.Het derde deel schetst de culturele, sportieve en zakelijke levendigheid onder de Dussense bevolking, vertaald in een staccatothema afgewisseld met verrassende ritmische wendingen. In het slot van dit deel komt het beginthema terug, om te benadrukken dat Dussen zonder zijn geschiedenis Dussen niet zou zijn. Bliss (englisch für Glückseligkeit) - vermittelt drei Impressionen eines Dorfes im schönen Brabant. Der klassisch“ eingeleitete erste Satz handelt von der Vergangenheit und der Gegenwart, während im zweiten Satz Saxophone und Glockenspiel das Murmeln des kleinen Flusses anschaulich darstellen, bevor das gesamte Fanfareorchester das alte Schloss beschreibt. Der rhythmisch interessante dritte Teil dieses abwechslungsreichen Stückes handelt von den vielfältigen Aktivitäten des dörflichen Lebens.La storia del villaggio olandese di Dussen (provincia del Brabant settentrionale), ci viene raccontata in questo trittico molto espressivo firmato Jacob de Haan. Scopriamo Dussen del passato e di oggi nel primo movimento dalla trama classica. Il secondo si concentra su due gioielli della zona: lo splendido fiume Dussen e il castello della signoria. Il terzo movimento sviluppa ritmi inattesi: Dussen nel XXI secolo.
SKU: BT.DHP-1094719-120
Bliss: Impressions of a Village contains three impressions of a village in the beautiful Brabant province in the Netherlands. The fi rst movement is in a very ‘classical style’ and, appropriately, captures the village’s history. Saxophones and a glockenspiel follow the path of a small, playful river. The entire band join in as the small river approaches an ancient castle. The third movement contains lots of interesting rhythms portraying the hustle and bustle of everyday life in the village.Het Engelse woord ‘bliss’ betekent heerlijkheid of zaligheid. De titel is ontleend aan de oorsprong van het Noord-Brabantse dorp Dussen, dat bestaat uit drie voormalige ‘heerlijkheden’ (landgoederen): Munsterkerk, Muilkerk en Heer Aartswaarde. Hetwerk omvat een drietal impressies. Het eerste deel schetst het verleden en het heden van Dussen. Het verleden komt tot uiting in de ‘klassieke’ inleiding, het heden in het snellere en meer dynamische vervolg. Dat de geschiedenis altijd een rol blijftspelen, blijkt uit het slot van dit deel, waarin het beginthema ge ntegreerd wordt in het tempo van het heden. In het tweede deel weerklinken het riviertje de Dusse en het kasteel - tweekarakteristieke elementen van Dussen. Het stromen van het wateris hoorbaar in de trillers van de saxofoons, gecombineerd met het klokkenspel en de bar chimes. Tegelijkertijd is er een lyrische melodie te horen, die zacht begint en steeds sterker wordt, tot het gehele orkest speelt. Op het hoogtepunt gaat dezemelodie over in een muzikale weerspiegeling van het kasteel, dat ook een vooraanstaande rol speelt in de ‘heerlijkheid’ van Dussen. Vanuit de statigheid van het kasteel eindigt dit deel zoals het is begonnen: met het kabbelende riviertje in deverte.Het derde deel schetst de culturele, sportieve en zakelijke levendigheid onder de Dussense bevolking, vertaald in een staccatothema afgewisseld met verrassende ritmische wendingen. In het slot van dit deel komt het beginthema terug, om tebenadrukken dat Dussen zonder zijn geschiedenis Dussen niet zou zijn. Bliss (englisch für Glückseligkeit) - vermittelt drei Impressionen eines Dorfes im schönen Brabant. Der klassisch“ eingeleitete erste Satz handelt von der Vergangenheit und der Gegenwart, während im zweiten Satz Saxophone und Glockenspiel das Murmeln des kleinen Flusses anschaulich darstellen, bevor das gesamte Fanfareorchester das alte Schloss beschreibt. Der rhythmisch interessante dritte Teil dieses abwechslungsreichen Stückes handelt von den vielfältigen Aktivitäten des dörflichen Lebens.La storia del villaggio olandese di Dussen (provincia del Brabant settentrionale), ci viene raccontata in questo trittico molto espressivo firmato Jacob de Haan. Scopriamo Dussen del passato e di oggi nel primo movimento dalla trama classica. Il secondo si concentra su due gioielli della zona: lo splendido fiume Dussen e il castello della signoria. Il terzo movimento sviluppa ritmi inattesi: Dussen nel XXI secolo.
SKU: BT.DHP-0950624-020
9x12 inches.
In Concerto d’Amore, a maestoso opening is followed by a quick and energetic movement that leads to a magnificent adagio. A motif from this adagio can be heard in a swinging movement, after which the piece comes to a close with the return of the adagio. This arrangement for concert band certainly brings this beautiful music to life. In Concerto d’Amore worden drie verschillende stijlen gecombineerd: barok, pop en jazz. De maestoso introductie van de compositie klinkt als een barokouverture. Dan volgt een energiek gedeelte in popstijl, dat uitmondt in eenadagio. Een motief daaruit is daarna te horen in een swingende passage, waarna het werk besluit met de terugkeer van het adagio in een nieuw jasje.Concerto d’Amore vereinigt drei unterschiedliche Stile: Barock, Pop und Jazz. Die Maestoso bezeichnete Einleitung der Komposition klingt wie eine barocke Ouvertüre. Es folgt ein energiereicher Abschnitt im Pop-Stil, der wiederum zu einem Adagio führt. Ein Motiv aus diesem Adagio ist in der darauf folgenden Swing-Passage zu hören. Dann kehrt Adagio in neuem Gewand zurück, um das Werk zu beenden. Concerto d’Amore est composé de trois périodes thématiques aux caractéristiques de la musique baroque, pop et jazz. L’introduction majestueuse, aux allures d’ouverture baroque, chemine vers un passage vif et énergique écrit dans le style de la musique pop. L’adagio qui lui succède progresse vers un passage aux inflexions de swing. Concerto d’Amore se conclut par la reprise du motif de l’adagio dont la forme altérée offre une conclusion brillante cette œuvre richement colorée.Concerto d’Amore si compone di tre periodi tematici con caratteristiche della musica barocca, pop e jazz. La maestosa introduzione, dagli accenti barocchi, accompagna ad un passaggio vivo ed energico scritto nello stile della musica pop. Segue l’adagio che sviluppa un passaggio dalle inflessioni swing. Concerto d’Amore si conclude con la ripresa del motivo dell’adagio la cui forma alterata offre una conclusione brillante.
© 2000 - 2024 Home - New releases - Composers Legal notice - Full version