SKU: BT.DHP-1206287-070

ISBN 9789043160179. International.

The instrumental music of the Yiddish-speaking Jews, especially those of Eastern Europe, is known as klezmer. This terminology was originally used in Jewish cultural life as the name of a musician who played at weddings. At Jewish weddings, which usually last several days, klezmer musicians played not only dance music but also ceremonial music for example during the wedding ceremony, and also music that was listened to during the wedding feast. Originally, there was no special term for this style of music. It was simply referred to as ‘Jewish wedding music’. In the 1970s, the music which is actually a fusion of different influences enjoyed a resurgence in popularityand came to be known as klezmer. This music contains not only the sounds of the Balkans, but also influences of oriental and gypsy music too. Jan de Haan used no original klezmer melodies for Klezmeriana, but composed a series of sound-alike in an instrumentation for brass ensemble and optional percussion.

De instrumentale muziek van de Jiddisch sprekende Joden uit met name Oost-Europa wordt ‘klezmer’ genoemd. Deze term werd in de Joodse cultuur van oorsprong gebruikt als aanduiding voor een muzikant die bruiloftsmuziek speelde. Op Joodse bruiloften, die meestal een aantal dagen in beslag namen, speelden de klezmermuzikanten niet alleen dansmuziek, maar ook rituele muziek voor bij de huwelijksplechtigheid en luistermuziek voor bij de maaltijd. Oorspronkelijk bestond er geen naam voor. De stijl werd gewoonweg ‘Joodse bruiloftsmuziek’ genoemd. In de jaren zeventig kwam de muziek eigenlijk een mengelmoes van stijlen weer meer in de belangstelling en kreeg ze de benaming klezmer mee.Er zijn niet alleen Balkanklanken in terug te vinden, maar ook oriëntaalse en zigeunerinvloeden. Jan de Haan gebruikte voor Klezmeriana geen originele klezmermelodieën maar componeerde een aantal ‘lookalikes’ in een instrumentatie voor koperblazersensemble en optioneel slagwerk.

Die Instrumentalmusik der Jiddisch sprechenden Juden, speziell derer aus dem osteuropäischen Raum, wird ‚Klezmer’ genannt. Dieser Begriff wurde im jüdischen kulturellen Leben ursprünglich als Bezeichnung für einen Musikanten, der Hochzeitsmusik spielte, verwendet. Auf jüdischen Hochzeiten, die meist ein paar Tage in Anspruch nahmen, spielten die Klezmer-Musiker nicht nur Tanzmusik, sondern auch rituelle Musik, so zum Beispiel bei der Trauungszeremonie und auch Musik, der während des Hochzeitsmahls gelauscht wurde. Ursprünglich gab es keine speziellen Begriff für diesen Musikstil. Man sprach einfach von jüdischer Hochzeitsmusik“. In den 1970er-Jahren gewann die Musik dieeigentlich ein Sammelsurium an Musikstilen ist wieder an Bedeutung und erhielt dann die Bezeichnung Klezmer. Nicht nur Balkanklänge sind darin zu entdecken, sondern auch Einflüsse orientalischer Musik und Zigeunermusik. Jan de Haan verwendete für Klezmeriana keine originalen Klezmermelodien, sondern komponierte eine Reihe Doppelgänger“ in einer Instrumentierung für Blechbläserensemble und optionales Schlagzeug.

Le klezmer est la musique instrumentale des Juifs ashkénazes, particulièrement ceux d’Europe de l’Est. l’origine, ce terme était employé, dans la vie culturelle juive, pour qualifier un musicien itinérant qui jouait pour les mariages. Lors des noces juives, qui duraient généralement plusieurs jours, les musiciens klezmer n’interprétaien t pas seulement des airs de danse, mais aussi de la musique solennelle par exemple pendant la cérémonie elle-même, avant la fête. Autrefois il n’existait pas de terme spécifique pour ce style on l’appelait simplement «musique de mariage juive». Dans les années 1970, cette musique dont les ascendances sont nombreuses connut un regain depopularité et acquit le nom de klezmer. On y trouve non seulement les sonorités des Balkans, mais aussi des influences orientales et tziganes. Jan de Haan n’a pas emprunté de mélodies klezmer originales pour Klezmeriana, mais a composé dans ce style une série d’airs pour ensemble cuivres et percussions optionnelles.