SKU: BT.AMP-034-140

During his short lifetime Max Reger (1873-1916) was a prolific composer with many of his best known works being composed for organ. The ten chorale preludes in this selection are from his set of Thirty Short Chorale Preludes Op.135a composed as short voluntaries for liturgical use rather than for recitals in these arrangements Philip Sparke has kept this in mind and each prelude can be performed with minimal instrumentation for those occasions where a small band is needed. They also make great pieces for band warm-ups or studies in intonation, sound and balance.

Max Reger (1873-1916) is de componist van 30 Koraalbewerkingen, op. 135a voor orgel. Hieruit stammen deze tien preludes. Eigenlijk waren ze bedoeld als vrij muzikaal intermezzo binnen de kerkelijke muziek. En ook met dit arrangementvoor blaasorkest houdt Philip Sparke rekening met dit oorspronkelijke doel. Hij maakte ze speelbaar voor een minimale bezetting zodat u ze ook met een klein ensemble tijdens de kerkdienst kunnen uitvoeren. Verder zijn ze ook bijzondergeschikt als opwarmstuk en als stem-, klank- of balansoefening. Bovendien kunt u ze als kleine suite gebruiken in een concertprogramma. Veelzijdig!

Max Reger komponierte eine Fülle an Werken vieler Genres. Unter anderem schrieb er 30 kleine Vorspiele zu den gebräuchlichsten Chorälen für Orgel, die mehr als für den liturgischen Rahmen, denn als Vortragsstücke gedacht waren. Seine Blasorchesterbearbeitung dieser zehn Präludien machte Philip Sparke daher für eine minimale Besetzung spielbar, so dass sie auch Gottesdienst verwendet werden können. Außerdem eignen sie sich auch hervorragend als Aufwärmstücke, Stimm-, Klang- oder Balanceübungen oder in verschiedenen Zusammenstellungen als kleine Suiten für den Konzertgebrauch. Eine vielseitige Sammlung, die in keinem Repertoire fehlen sollte!

Max Reger (1873-1916) a composé les 30 petits Préludes de choral pour orgue, op. 135a, dont sont extraits les dix préludes choisis pour cet arrangement pour orchestre d’harmonie. Philip Sparke est resté fidèle aux pièces originales. Le choix de l’instrumentation permet d’interpréter ces dix préludes avec une formation effectif réduit qui peut être amenée participer un office. Ces pièces peuvent également être utilisées pour effectuer une mise en lèvres ou pour travailler l’intonation, le son et l’équilibre entre les différents pupitres.

Nella sua breve vita Max Reger (1873-1916) fu un compositore molto prolifico noto per le sue composizioni per organo. Le dieci corali arrangiate da Philip Sparke fanno parte de Thirty Short Chorale Preludes Op. 135a, composte per uso liturgico piuttosto che recitativo. Questo arrangiamento tiene conto del fatto che ogni preludio può essere eseguito con una strumentazione minima. Dieci pezzi ideali anche come riscaldamento, studio dell’intonazione e del suono.

SKU: HL.49031327

ISBN 9790001046886.

SKU: HL.49045961

For many choirs, 'Classic meets Jazz' is a welcome theme, especially if a choir wants to learn and rehearse a stylistically wide-ranging repertoire. These arrangements which are based on works by Schubert (serenade 'Leise flehen meine Lieder'), Brahms (Intermezzo Op. 118/6) and Chopin (Nocturne Op. 9/2) use several jazz styles such as swing, bossa nova and jazz waltz. Content text: Serenade (F. Schubert: Leise flehen meine Lieder) I'm free (J. Brahms: Intermezzo op. 118/6) Amelie's Lullaby (F. Chopin, Nocturne op. 9/2).

SKU: BT.GOB-000590-140

Rob Goorhuis wrote his Variations on a Pentatonic Theme (1987) for the Royal Wind band of Thorn, conductor Jan Cober.
The work consists of five character variations on a pentatonic (five-tone) theme. The basic elements of the theme are the descending minor third and the descending major second, which in the course of the composition build up to a broad melody, unfolding itself in the final variation.
The first variation resembles minimal music in its repetitive rhythmic motives.
The second variation is explosive in character: rapid broken chords provide a background for soft solo motifs.
The third variation is a quiet intermezzo on a slow chorale theme, creatingtwo contrasting moods.
The fourth variation is a light-hearted scherzo.
The final variation is a brilliant finale with all the necessary ingredients, or, in the composer's words, the works

Testpiece WMC 2005 Concert Division.

Zijn Variations on a Pentatonic Theme componeerde Rob Goorhuis in 1987 voor de Koninklijke Harmonie van Thorn o.l.v. Jan Cober.
Het werk is opgebouwd uit vijf karaktervariaties op een pentatonisch (vijftonig) thema. Basiselementenvan het thema zijn de dalende kleine terts en de dalend secunde, die in de loop van de compositie leiden tot het ontstaan van een brede melodie, die in de laatste variatie tot klinken komt.
De eerste variatie doet denkeneen minimal music vanwege haar repeterende ritmische motieven.
De tweede variatie heeft een explosief karakter. snelle akkoordbrekingen vormen de achtergrond voor zachte, solistische motieven.
De derde variatie is een rustigmiddendeel met een langzaam koraalthema. er worden twee contrasterende sferen opgeroepen.
De vierde variatie is een luchtig scherzo.
De slotvariatie is een virtuoze finale met, volgens de componist, alles erop en eraan.

Verplichte werk WMC 2005 Concertafdeling.