Concert Band/Harmonie and Opt. Choir - Grade 2

SKU: BT.DHP-1033337-015

Composed by Jacob De Haan. Musica Sacra. Hymns & Chorals. Set (Score & Parts). Composed 2003. De Haske Publications #DHP 1033337-015. Published by De Haske Publications (BT.DHP-1033337-015).

9x12 inches.

Missa Brevis, written for choir and wind band, was commissioned by the Conseil Départemental pour la Musique et la Culture de Haute-Alsace (Dir.: Philippe Pfisterer) in Guebwiller (France), in celebration of the millennium of Pope Leon IX’sbirth in Éguisheim (France). The composer conducted the first performance on June 23, 2002. It was performed live for the French television channel France 2. The mass movements Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus, and Agnus Deiare very suitable for the Catholic as well as the Protestant liturgy. For this mass, various ways for performing in diverse variable strengths are possible. An instrumental performance is possible if the brass represents the choir parts. In thisoption, it is desirable for the brass to be positioned separately from the rest of the band (on a gallery, for example), so that the idea of two choirs is approached. In a performance with a large choir, the brass can work very well as a support. Inthat case, the dynamics of the brass should be adapted somewhat, since these are actually intended for an instrumental performance. You can also leave out the brass entirely for the benefit of the choir. For the accompaniment of smaller choirs, youcan opt for a small ensemble from the band. This can also be a quartet, put together as desired. For the performance of this mass, the obvious choice is one of the above options. However, as an alternative, a performance with a combination of theseoptions (vocally/instrumentally) is also possible not just from an artistic point of view (variation), but also from a practical starting point for example in the case that the choir has rehearsed only two movements. With a full strength, theconductor can vary the instrumentation to his or her liking. Then the brass can also play a role in the accompaniment (instead of supporting the choir). The following combinations are possible:
1. clarinet choir (from Eb Clarinet to BassClarinet)
2. clarinet choir + saxophones
3. brass (flugelhorns, horns, euphoniums, bass section)
4. brass (2 trumpets / 2 trombones)
5. double reeds (optional + flute, optional + string bass)
6. tutti
7. all winds
8. allbrass
In a performance by brass band and choir, it is usually advisable to leave out option 1 (choir + brass + band). The choir sings self-reliantly, accompanied by a full brass band. In an instrumental performance, you can consider a combinedquartet (two cornets and two trombones) + brass band.
Choral parts available separately.

Mis sa Brevis, geschreven voor koor en blaasorkest, werd gecomponeerd in opdracht van de Conseil Départemental pour la Musique et la Culture de Haute-Alsace (dir. Philippe Pfisterer) in Guebwiller (Frankrijk), ter gelegenheid van het duizendstegeboortejaar van paus Leo IX. In zijn geboorteplaats, Éguisheim (Elzas, Frankrijk), vond op 23 juni 2002 de première van deze mis plaats onder leiding van de componist. Het betrof een live-registratie voor de Franse televisiezender France 2. Demisdelen Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus en Agnus Dei lenen zich uitstekend voor zowel de katholieke als de protestantse liturgie. Er zijn voor deze mis diverse uitvoeringsmogelijkheden mogelijk, aangezien er sprake is van eenvariabele bezetting. Een instrumentale uitvoering behoort uitdrukkelijk tot de mogelijkheden, indien het scherp koper de koorpartijen vertegenwoordigt. In deze optie is het wenselijk dat het scherp koper zich separaat opstelt van de rest van hetorkest (bijvoorbeeld op een galerij), zodat het idee van dubbelkorigheid wordt benaderd. Bij een uitvoering voor groot koor werkt het scherp koper zeer goed als ondersteuning. In dat geval kan de dynamiek van het koper iets worden aangepast,aangezien deze in eerste instantie bedoeld is voor een instrumentale versie. Ook kan men ervoor kiezen het scherp koper helemaal weg te laten ten gunste van het koor. Bij begeleiding van kleinere koren kan men kiezen voor een klein ensemble uit hetorkest. Dit kan ook een naar wens samengesteld kwartet zijn. Voor de uitvoering van deze mis ligt het voor de hand een van deze opties te kiezen. Als alternatief is echter ook een uitvoering mogelijk met een combinatie van deze opties (vocaal/instrumentaal) niet slechts vanuit een artistiek motief (afwisseling), maar ook vanuit een praktisch motief, voor het geval dat het koor bijvoorbeeld slechts twee delen heeft ingestudeerd. Bij een volledige bezetting kan de dirigent deinstrumentatie naar believen afwisselen. Hierbij kan ook het scherp koper in de begeleiding een rol krijgen (in plaats van ondersteuning van het koor). Zo zijn de volgende combinaties mogelijk:

1. clarinet choir (van Es-klarinet tot basklarinet)

2. clarinet choir + saxofoons

3. zacht koper (bugels, hoorns, euphoniums, bassen)

4. scherp koper (2 trompetten / 2 trombones)

5. dubbelrieten (eventueel + fluit, eventueel + contrabas)

6. tutti

7. alle hout

8. alle koper

In een uitvoering voor brassband en koor is het in de meeste gevallen aan te bevelen de optie voor scherp koper weg te laten. Het koor zingt zelfstandig, begeleid door een volledige brassband. In een instrumentale uitvoering kunt u denken aan eencombinatiekwartet (twee cornetten en twee trombones) + brassband.Koorpartijen apart verkrijgbaar.

M issa Brevis, geschrieben für Chor und Blasorchester entstand im Auftrag des Conseil Départemental pour la Musique et la Culture de Haute-Alsace (Dir.: Philippe Pfisterer) in Guebwiller (Frankreich), anlässlich des tausendjährigen Jubiläumsder Geburt von Papst Leo IX in Éguisheim. Der Komponist dirigierte die Uraufführung am 23. Juni 2002. Sie wurde live vom französischen Fernsehen France 2 übertragen. Die Messesätze Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus und Agnus Deieignen sich ausgezeichnet sowohl für die katholische als auch die protestantische Liturgie. Diese Messe kann in diversen variablen Spielstärken aufgeführt werden. Eine Instrumentalaufführung ist möglich, wenn das Blech die Chorstimme übernimmt.Um der Idee von zwei Chören in dieser Variante möglichst gerecht zu werden, empfiehlt es sich, das Blechregister getrennt vom Rest des Blasorchesters aufzustellen (beispielsweise auf einer Galerie). In einer Aufführung mit einem großen Chor kann dasBlechregister sehr gut als Unterstützung dienen. In diesem Fall sollten die Dynamikangaben der Blechbläser etwas angepasst werden, da sie ja eigentlich für eine Instrumentalaufführung gedacht sind. Man kann zugunsten des Chors auch völlig auf dasBlech verzichten. Zur Begleitung kleinerer Chöre können Sie ein kleines Ensemble aus dem Blasorchester wählen. Dies könnte auch ein Quartett in beliebiger Zusammensetzung sein. Für die Aufführung dieser Messe bietet sich eine der oben genanntenVarianten an. Eine Kombination dieser Wahlmöglichkeiten (vokal/instrumental) ist jedoch auch möglich und das nicht nur vom künstlerischen Standpunkt aus betrachtet (zur Abwechslung), sondern auch aus praktischen Erwägungen beispielsweise, wennder Chor nur zwei Sätze einstudiert hat. In voller Besetzung kann der Dirigent die Instrumentierung nach Belieben variieren. Dann können die Blechbläser auch eine Rolle in der Begleitung übernehmen (anstatt den Chor zu unterstützen). Die folgendenKombinationen sind möglich:

1. Klarinettenchor (von Klarinette in Es bis Bassklarinette)

2. Klarinettenchor + Saxophone

3. Blech (Flügelhorn, Horn, Euphonium, Bassregister)

4. Blech (2 Trompeten / 2 Posaunen)

5. Doppelrohrblattinstrument e (wahlweise + Flöte, wahlweise + Kontrabass)

6. Tutti

7. Alle Holzbläser

8. Alle Blechbläser

In einer Aufführung mit Brass Band und Chor ist es gewöhnlich ratsam, nicht die erste Option (Chor + Blech + Blasorchester) zu wählen. Der Chor singt unabhängig, begleitet von einer vollständigen Brass Band. In einer Instrumentalaufführung könnenSie sich für ein kombiniertes Quartett (zwei Kornette und zwei Posaunen) + Brass Band entscheiden. Chorstimmen separat erhältlich.

Missa Brevis est une messe pour Orchestre d’Harmonie et Choeur composée la demande du Conseil Départemental pour la Musique et la Culture de Haute-Alsace (Dir. : Philippe Pfisterer) de Guebwiller en France, l’occasion des célébrations dumillénaire de la naissance du Pape Léon IX Éguisheim. La création mondiale a eu lieu le 23 juin 2002 sous la direction du compositeur, et a été diffusée en direct sur la chaîne de télévision nationale France 2. Les différentes parties de cettemesse (Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus et Agnus Dei) conviennent autant la liturgie catholique qu’ la liturgie protestante. Missa Brevis peut être interprétée dans différentes combinaisons instrumentales. Ellepeut être jouée dans une version purement instrumentale, où les cuivres prennent en charge la partie vocale. En tel cas, il est conseillé de placer les cuivres l’écart de la formation (sur une estrade, par exemple) de façon reproduire l’idée dedeux groupes indépendants. Dans le cadre d’une interprétation avec un grand Choeur, les cuivres jouent un rôle de soutien. Leurs nuances doivent alors être adaptées dans la mesure où elles ont été écrites, l’origine, pour une version instrumentale.Il est également possible de ne pas faire intervenir les cuivres et de privilégier le Choeur. Pour accompagner de petits ensembles vocaux, il faut opter pour une formation instrumentale réduite voire même un Quatuor (instrumentation au choix). Pourl’interprét ation de cette messe l’un des choix proposés ci-dessus s’impose. Il existe néanmoins une alternative qui consiste interpréter cette oeuvre en combinant ces options (vocales / instrumentales). Cela peut être bénéfique tant d’un point devue artistique (variante) que pratique dans le cas où le Choeur n’a travaillé que deux mouvements de la messe. Si le chef dispose de deux formations complètes (Choeur et Orchestre d’Harmonie), il peut varier l’instrumentation selon ses préférences. ce moment-l , il peut confier un rôle d’accompagnement et non de soutien aux cuivres de sa formation. Les combinaisons suivantes peuvent être formées :

1. Choeur de Clarinettes (de la Clarinette Mib la Clarinette Basse)

2. Choeur de Clarinettes + Saxophones

3. Cuivres (Bugles, Cors, Barytons / Euphoniums, Basses)

4. Cuivres (2 Trompettes / 2 Trombones)

5. Instruments anches doubles (Fl te et Contrebasse cordes optionnelles)

6. Tutti

7. Tous les Bois

8. Tous les Cuivres

Dans le cadre d’une interprétation par un Brass Band accompagné d’un Choeur, il est préférable de supprimer l’option 1 (Choeur + Cuivres + Orchestre d’Harmonie) car le Choeur étant autonome. Dans une version instrumentale pour Cuivres, il estpossible de former la combinaison suivante : Quatuor (2 Cornets / 2 Trombones) et Brass Band.Partitions pour chœur disponibles séparément.

Parti per coro disponibili a parte.

String Quartet or String Orchestra - easy

SKU: BT.DHP-1135315-070

Arranged by Nico Dezaire. De Haske String Orchestra Series. Set (Score and Parts). De Haske Publications #DHP 1135315-070. Published by De Haske Publications (BT.DHP-1135315-070).

ISBN 9789043146814. 9x12 inches. English-German-French-Dut ch.

More Classical Highlights is the follow-up to Classical Highlights, a collection featuring arrangements of classical themes dating from the 17th century up to the19th century. The parts are quite easy and attractively written, but the arrangements stay as faithful as possible to the original works. Baroque music is represented with two highlights: the well-known Canon by Pachelbel may well be the most performed 17th century composition. The power of the piece lies in a bass line of only eight notes, above which the melodic line of the round itself develops. Réjouissance from Music for the Royal Fireworks is a very joyful composition bythe Anglo-German baroque composer Handel. The 18th century classical style gives us the refined minuet by Boccherini, the Italian composer who wrote a wealth of chamber music. The 19th century features in three famous works: the lively Marche Militaire No 1 by the Austrian composer Schubert originates from 3 Marches Militaires for four-handed piano. The Can Can from Orphée aux enfers (Orpheus in the Underworld) is the best-known separately performed piece by the operetta composer Offenbach. Following this exciting dance music there is the beautiful, lofty Largo theme from the second movement of Czech composer Dvorákâ??s From the New World Symphony. In short: Six varying arrangements - challenging and very suitable for performances!

More Classical Highlights is het vervolg op Classical Highlights, een verzameling arrangementen van klassieke thema´s die dateren uit de periode van de 17e eeuw tot en met de 19e eeuw. De partijen zijn eenvoudig en aantrekkelijk geschreven; tegelijkertijd blijven de arrangementen dicht bij het origineel. De barokmuziek is vertegenwoordigd met twee highlights. De bekende Canon van Pachelbel is wellicht de meest gespeelde 17e-eeuwse compositie. De kracht ervan ligt in een baslijn van slechts acht noten waarboven zich het lijnenspel van de canon ontspint. Réjouissance uit Music for the Royal Fireworks is een zeer opgewekte compositie van deDuits-Engelse barokcomponist Händel. De 18e-eeuwse klassieke stijl horen we terug in het verfijnde menuet van Boccherini, een Italiaanse componist die een schat aan kamermuziek schreef. De 19e eeuw komt naar voren in drie beroemde stukken. De uitbundige Marche militaire nr. 1 van de Oostenrijkse componist Schubert komt uit 3 Marches militaires voor vierhandig piano. De Can Can uit Orphée aux enfers (Orpheus in de onderwereld) is het beroemdste afzonderlijk uitgevoerde stuk van de operettecomponist Offenbach. Na deze opzwepende dansmuziek volgt het prachtige, gedragen thema uit het tweede deel van de symfonie Uit de nieuwe wereld met de titel Largo, van de hand van de Tsjechische componist Dvorák. Kortom: zes zeer afwisselende arrangementen, uitdagend en uitermate geschikt voor uitvoeringen!

More Classical Highlights ist die Fortsetzung von Classical Highlights, einer Sammlung von Arrangements klassischer Themen aus der Zeit vom 17. bis zum 19. Jahrhundert. Die Stimmen sind recht einfach gehalten und reizvoll ausgearbeitet; zugleich sind die Arrangements nah an den Originalstu cken. Der Barock ist mit zwei musikalischen Höhepunkten vertreten: Der bekannte Canon von Pachelbel ist vielleicht die meist gespielte Komposition aus dem 17. Jahrhundert. Die Kraft dieses Stu ckes liegt in einer Basslinie aus nur acht Noten, u ber der sich das eigentliche Gefu ge des Kanons entwickelt. Réjouissance aus der Feuerwerksmusik ist einesehr fröhliche Komposition des deutsch-englischen Barockkomponisten Händel. Ein Kleinod der Klassik aus dem 18. Jahrhundert ist das raffinierte Menuett von Boccherini, einem italienischen Komponisten, der einen gro�en Schatz an Kammermusik schrieb. Das 19. Jahrhundert ist mit drei beru hmten Werken vertreten: Der lebhafte Marche militaire No. 1 des �sterreichers Schubert stammt aus 3 Marches militaires fu r Klavier zu vier Händen. Der Can-Can aus Orphée aux enfers (Orpheus in der Unterwelt) ist das beru hmteste separat aufgefu hrte Stu ck des Operettenkomponisten Offenbach. Nach dieser mitrei�enden Tanzmusik folgt ein schönes, erhabenes Thema aus dem zweiten Satz der Sinfonie Aus der Neuen Welt mit dem Titel Largo aus der Feder des tschechischen Komponisten Dvorák.

More Classical Highlights, qui fait suite au recueil Classical Highlights, rassemble une collection dâ??arrangements de thèmes classiques couvrant une période de trois siècles, du XVIIe au XIXe siècle. Les diverses parties instrumentales sont faciles et agréables jouer, mais les arrangements restent néanmoins fidèles aux compositions originales. La musique baroque est représentée par deux oeuvres toujours appréciées. Parmi toutes les compositions du XVIIe siècle, le célèbre Canon de Pachelbel est peut-être celle que lâ??on entend le plus souvent. Sa puissance réside dans une simple ligne de basse de huit notes par-dessus laquelle se développe le motif ducanon lui-même. Réjouissance, tirée de Music for the Royal Fireworks, est une pièce très enjouée du compositeur baroque anglo-allemand Haendel. Le style classique du XVIIIe siècle est inclus sous la forme dâ??un élégant menuet de Boccherini, un compositeur italien qui a écrit une quantité de musique de chambre. Le XIXe siècle est évoqué par trois oeuvres célèbres. La dynamique Marche militaire n° 1, du compositeur autrichien Schubert, extrait des Trois marches militaires pour piano quatre mains. Le Cancan dâ??Orphée aux enfers est la plus connue des oeuvres dâ??Offenbach, célèbre pour ses opérettes. Cette danse endiablée est suivie du Largo, admirable thème du deuxième mouvement de la Symphonie du Nouveau Monde, du compositeur tchèque Dvorák. En résumé : six arrangements variés, stimulants et parfaits pour être interprétés en concert !

String Quartet (fem vce - str quar - electronics (tape) and projection of lyrics ad lib.)

SKU: BR.KM-2483-07

Holderlin lesen IV. Composed by Hans Zender. Chamber music; stapled. Kammermusik-Bibliothek (Chamber Music Library). Music post-1945; New music (post-2000). Study Score. Composed 2000. 56 pages. Duration 40'. Breitkopf and Haertel #KM 2483-07. Published by Breitkopf and Haertel (BR.KM-2483-07).

ISBN 9790004502587. 9 x 12 inches.

Friedrich HolderlinMnemosyne Ein Zeichen sind wir, deutungslos,Schmerzlos sind wir und haben fastDie Sprache in der Fremde verloren.Wenn namlich uber MenschenEin Streit ist an dem Himmel und gewaltigDie Monde gehn, so redetDas Meer auch und Strome mussenDen Pfad sich suchen. ZweifellosIst aber Einer, derKann taglich es andern. Kaum bedarf erGesetz. Und es tonet das Blatt und Eichbaume wehn dann nebenDen Firnen. Denn nicht vermogenDie Himmlischen alles. Namlich es reichenDie Sterblichen eh an den Abgrund. Also wendet es sich, das Echo,Mit diesen. Lang istDie Zeit, es ereignet sich aberDas Wahre. Wie aber Liebes? SonnenscheinAm Boden sehen wir und trockenen StaubUnd heimatlich die Schatten der Walder und es bluhetAn Dachern der Rauch, bei alter KroneDer Turme, friedsam; gut sind namlich,Hat gegenredend die SeeleEin Himmlisches verwundet, die Tageszeichen.Denn Schnee, wie MaienblumenDas Edelmutige, woEs seie, bedeutend, glanzet aufDer grunen WieseDer Alpen, halftig, da, vom Kreuze redend, dasGesetzt ist unterwegs einmalGestorbenen, auf hoher StrassEin Wandersmann geht zornigFern ahnend mitDem andern, aber was ist dies?Am Feigenbaum ist meinAchilles mir gestorben,Und Ajax liegtAn den Grotten der See,An Bachen, benachbart dem Skamandros.An Schlafen Sausen einst, nachDer unbewegten Salamis steterGewohnheit, in der Fremd, ist grossAjax gestorben,Patroklos aber in des Koniges Harnisch. Und es starbenNoch andere viel. Am Kitharon aber lagEleuthera, der Mnemosyne Stadt. Der auch, alsAblegte den Mantel Gott, das Abendliche nachher losteDie Locken. Himmlische namlich sindUnwillig, wenn einer nicht die Seele schonend sichZusammengenommen, aber er muss doch; demGleich fehlet die TrauerIn meinen Holderlin lesen-Stucken ging es mir darum, Wege zu finden, die gewaltigen Sprachstrukturen Holderlins so in die zeitliche Form der Musik zu integrieren, dass sie Funktionen der musikalischen Form ubernehmen, ohne in ihrer Eigenkraft (sowohl akustisch wie auch im Sinne expressiver ,,Deutung) im geringsten geschmalert zu werden. Das hiess zunachst: Sprechen, nicht singen! - Aber das wurde nur bedeuten, dass es nicht um die Musikalisierung von Text geht; ebenso wichtig ist es, dass es auch nicht um melodramatisch ,,erzahlende Musik geht. Sondern: Zwei autonome Kunste durchdringen sich auf diaphane Weise, ohne sich zu uberformen oder auszuloschen; es handelt sich um einen Dialog, nicht um eine Vereinnahmung durch Hierarchisierung.Sind wir uns selbst zu einem ,,Zeichen...deutungslos geworden, wie es Holderlins Anfangszeilen sagen, so erscheinen auch die Zeichen, die wir selber setzen, sich immer mehr einer Deutbarkeit zu entziehen. Mein Stuck, das den vollstandigen Text von Holderlins Mnemosyne integriert, stellt auf seine Weise die Frage nach dem ,,Zeichen. ,,Was ist dies? Klang? Wort? Schrift? Wie sind die Grenzen, die Ubergange, die gegenseitigen Beeinflussungen der einzelnen Zeichenregionen? Was liegt ihnen zugrunde? Worte und musikalische Zeichen bewegen sich im Medium der Zeit; Schriftzeichen erscheinen zunachst als Verraumlichung, aber man muss daran erinnern, dass der Vorgang des Schreibens - wie er in der ostasiatischen Kalligraphie zu hochster Kunst entwickelt wurde - auch zeitlichen Charakter hat. Mnemosyne - die Kraft des Sich-Erinnerns - schafft die Zeichen, indem sie Gestalten durch Wiederholung fixiert und so aus dem endlosen Fluss der wahrgenommenen Vorgange herauslost. Die so entstehende artikulierte Zeit schafft wiederum durch das Wechselspiel von fixierten und sich bewegenden Gestalten das Bewusstsein fur differenzierte Formablaufe. Der Formverlauf meines Stuckes zeichnet solche genetischen Prozesse nach. Der Horer wird schnell merken, dass die Wortzeichen oft einer zuerst erscheinenden musikalischen Klangwelt entspringen (ich stimme Walter Benjamin zu, wenn er sagt, dass die Sprache in ihrer grundlegenden Schicht expressiven - und nicht darstellenden - Charakter hat). Die Schrift auf der Leinwand folgt zunachst den sprachlichen Aktionen der Stimme, erhalt dann aber auch eigene Teile der Form zugeteilt, in der sie sich als autonomes Zeichen darstellt. In der durch die drei Strophen Holderlins notwendigerweise dreiteiligen Gesamtform gibt es immer wieder Abschnitte, in denen entweder das musikalische Geschehen oder die Sprachzeichen des Gedichtes oder das Sich-Schreiben der Schrift im Vordergrund stehen; der Komponist versteht sich also hier auch als ,,Zusammensetzer der in unserer Wahrnehmung so verschieden besetzten Zeiten des Schreibens, Sprechens und Musikhorens. Es bilden sich im Verlauf des 40-minutigen Stuckes auch Grenzfalle, wie ,,stumme Musik oder total musikalisierte - ihrer Verstehbarkeit beraubte - Textrezitation. Auch das Singen von Text - in meinen bisherigen Holderlinstucken strikt vermieden - wird als ausserste Moglichkeit gegen Ende des formalen Prozesses zugelassen. An einigen Stellen zeigt die Musik sozusagen direkt auf sich selbst. Es sind Formzustande, die ich in meinem ,,Shir Hashirim als ,,Koan bezeichnet habe: ,,endlose Wiederholungen einer zeichenhaften Konstellation, bei jeder Wiederholung minimal verandert - so wie ein Kalligraph sein Schriftzeichen bei jedem Malvorgang unwillkurlich verandert und neu schafft. Steht im ersten Teil der Grossform der Aspekt des Abstrakten, des Unsinnlichen im Vordergrund, so wird im zweiten Teil Bildhaftigkeit als Eigenschaft nicht nur der Sprache, sondern auch der Musik betont: die Landschaft, halb schnee - halb blutenbedeckt, die der Wanderer ,,zornig durchstreift. Am Ende dieses Teils wird das Schriftbild selber zur Landschaft, die der Leser/Horer durchwandert. Er wird im dritten Teil durch einen Verwandlungsprozess zu den ekstatischen Ursprungen des holderlinschen Dichtens gefuhrt, und damit zur explizit musikalischen Ebene: Die Totenklage um Hektor und Ajax wird zum ,,dithyrambischen Tanz, wie es Holderlins Schlusszeile entwirft: ,,... darum fehlet die Trauer. Es bleibt noch nachzutragen, dass ich den in der Stuttgarter Ausgabe der Werke Holderlins in drei Versionen abgedruckten Text in einer Mischversion verwendet habe: die erste Strophe aus der 2. Fassung, die zweite mit Abweichungen und Widerspruchen aus allen drei Fassungen, und die dritte Strophe aus der 3. Fassung. (Hans Zender) CD:Salome Kammer (voice), Klangforum Wien, cond. Hans ZenderKairos 0012522KAIBibliography:Al lwardt, Ingrid: Nach-Lese. Holderlins Gesang im Resonanzraum der Musik Hans Zenders, in: Hans Zender. Vielstimmig in sich, hrsg. von Werner Grunzweig, Jorn Peter Hiekel und Anouk Jeschke (= Archive zur Musik des 20. und 21. Jahrhunderts, Band 12), Hofheim: Wolke 2008, pp. 43-60.Fuhrmann, Wolfgang: Zender lesen. Die Frage nach dem Zeichen in ,,Mnemosyne, in: ,,Ein Zeichen sind wir, deutungslos. Holderlin lesen, Ikkyu Sojun horen, Musik denken, hrsg. von Violetta L. Waibel, Gottingen: Wallstein 2020, S. 194-211Pragungen im Pluralismus. Hans Zender im Gesprach mit Jorn Peter Hiekel, in: Orientierungen. Wege im Pluralismus der Gegenwartsmusik, hrsg. von Jorn Peter Hiekel (= Veroffentlichungen des Instituts fur Neue Musik und Musikerziehung Darmstadt, Band 47), Mainz u. a.: Schott 2007, pp. 130-137.Mosch, Ulrich: Ultrachromatik und Mikrotonalitat. Hans Zenders Grundlegung einer neuen Harmonik, in: Hans Zender. Vielstimmig in sich, hrsg. von Werner Grunzweig, Jorn Peter Hiekel und Anouk Jeschke (= Archive zur Musik des 20. und 21. Jahrhunderts, Band 12), Hofheim: Wolke 2008, pp. 61-76.Schmidt, Dorte: Erfahrung und Erinnerung. Kompositorisches Material zwischen Klang und Bedeutung in der Kammermusik des spaten 20. Jahrhunderts, in: Mnemosyne. Zeit und Gedachtnis in der europaischen Musik des ausgehenden 20. Jahrhunderts, hrsg. von Dorothea Redepenning und Joachim Steinheuer, Saarbrucken: Pfau 2006, pp. 41-58.Zenck, Martin: Holderlin lesen seiner Stimme zuhoren. Holderlin-Lekturen von Klaus Michael Gruber, Hans Zender und Bruno Ganz, in: Neue Zeitschrift fur Musik 172 (2011), Heft 6, pp. 25-29.Zender, Hans: Zu meinem Zyklus Holderlin lesen, in: Mnemosyne. Zeit und Gedachtnis in der europaischen Musik des ausgehenden 20. Jahrhunderts, hrsg. von Dorothea Redepenning und Joachim Steinheuer, Saarbrucken: Pfau 2006, pp. 26-40.

World premiere: Witten (Wittener Tage fur neue Kammermusik), May 4, 2001.

String Orchestra - very easy

SKU: BT.DHP-1094713-070

Arranged by Nico Dezaire. De Haske String Orchestra Series. Set (Score & Parts). Composed 2009. 24 pages. De Haske Publications #DHP 1094713-070. Published by De Haske Publications (BT.DHP-1094713-070).

ISBN 9789043131919. 9x12 inches. English-German-French-Dut ch.

The De Haske String Orchestra Series offers attractive pieces especially composed and arranged for string orchestras. Students and teachers are treated to a great variety of musical styles. Each part presents a challenge to the player. The Viola part can be replaced by a 3rd Violin part, and the Double bass part can be replaced by a 2nd Cello part. The Piano part is mainly meant for support, but it occasionally adds new motifs as well.

Classical Highlights is a collection of six arrangements of classical themes dating from 17th to 19th century. The parts have been kept easy and attractive; at the same time they stay close to the original.

De De Haske String Orchestra Series biedt u aantrekkelijke, speciaal voor strijkorkest gecomponeerde en gearrangeerde werken. De stukken zijn geschreven in verschillende stijlen: van klassiek en folk tot moderne, populaire muziek. Iedere partij is zo geschreven dat elke speler in het orkest een uitdaging heeft. De partij voor altviool kan door een derde viool worden vervangen. De partij voor contrabas kan ook door een tweede cello worden gespeeld. De pianopartij dient als ondersteuning, maar voegt soms ook nieuwe motieven toe aan de muziek.

Classical Highlights is een verzameling arrangementen van klassieke thema’s die dateren uit de 17e tot en met de 19e eeuw. De partijen zijn eenvoudig en aantrekkelijk geschreven: tegelijkertijd blijven de arrangementen dicht bij het origineel.

Die De Haske String Orchestra Series bietet attraktive, speziell fu r Streich­orchester komponierte und arrangierte Stu cke in einer stilistischen Vielfalt von Klassik u ber Folk bis zu modernen U-Musikstilen. Jede Stimme stellt dabei besondere Herausforderungen an die Spieler. Die Violastimme kann durch eine dritte Violine und der Kontrabass durch ein zweites Cello ersetzt werden. Die Klavierstimme dient zur Unterstu tzung, fu gt aber zuweilen auch neue Motive hinzu.

Classical Highlights enthält Bearbeitungen von sechs klassischen Themen aus der Zeitspanne vom 17. bis zum 19. Jahrhundert. Die Stimmen wurden einfach und ansprechend gestaltet und sinddoch zugleich getreu dem Original. Die Ausgabe enthält ein Rigaudon von Henry Purcell, das berühmte Menuett aus der Feuerwerksmusik von Händel, ein Andante von Haydn (das Thema mit dem berühmten Paukenschlag), das Thema aus Beethovens Violinkonzert, Das große Tor von Kiew aus Bilder einer Ausstellung von Modest Mussorgsky und schließlich noch España von Waldteufel und Chabrier.

De Haske String Orchestra Series : Les compositions et les arrangements réunis sous ce label sont en parfait accord avec le niveau ciblé, et proposent des styles très variés. Chaque publication est accompagnée d'un compact disc contenant la version de démonstration des œuvres publiées dans cette collection. L’instrumentation est toujours la même : Violons 1 & 2, Alto (ou Violon 3), Violoncelle, Contrebasse (ou Violoncelle 2) et Piano.

Classical Highlights est un recueil qui réunit six arrangements de grands thèmes classiques du XVIIe au XIXe siècle. Les parties sont motivantes et facilement accessibles, explorant avec justesse l’oeuvreoriginale.

De Haske String Orchestra Series è una nuova raccolta pensata per i suonatori di archi principianti. Le composizioni e gli arrangiamenti raccolti sotto questa etichetta sono perfetti per chi inizia a suonare e prongono stili variegati. La strumentazione è sempre la stessa: violino 1 & 2, viola (o violino 3), violoncello, contrabbasso (o violoncello 2) e piano.Classical Highlights è una pubblicazione che raccoglie sei arrangiamenti di grandi temi classici del XVII e XIX secolo. Brani motivanti e facilmente accessibili, che rendono onore all‘originale.Tracc e Demo:1. Rigaudon2. Minuet3. Andante4. Allegro5. Great Gate of Kiev6. EspanaPer effettuare il download delle tracce demo, clicca sul titolo selezionato e scegli “Salva come” nel menu.

Chamber Music String Quartet

SKU: PR.164002720

Cassatt. Composed by Dan Welcher. Spiral and Saddle. Premiere: Cassatt Quartet, Northeastern Illinois University, Chicago, IL. Contemporary. Set of Score and Parts. With Standard notation. Composed 2007. WRT11142. 52+16+16+16+16 pages. Duration 24 minutes. Theodore Presser Company #164-00272. Published by Theodore Presser Company (PR.164002720).

UPC: 680160573042. 8.5 x 11 inches.

My third quartet is laid out in a three-movement structure, with each movement based on an early, middle, and late work of the great American impressionist painter Mary Cassatt. Although the movements are separate, with full-stop endings, the music is connected by a common scale-form, derived from the name MARY CASSATT, and by a recurring theme that introduces all three movements. I see this theme as Mary's Theme, a personality that stays intact while undergoing gradual change.   I The Bacchante (1876) [Pennsylvania Academy of Fine Arts, Philadelphia, Pennsylvania]   The painting shows a young girl of Italian or Spanish origin, playing a small pair of cymbals. Since Cassatt was trying very hard to fit in at the French Academy at the time, she painted a lot of these subjects, which were considered typical and universal. The style of the painting doesn't yet show Cassatt's originality, except perhaps for certain details in the face. Accordingly the music for this movement is Spanish/Italian, in a similar period-style but using the musical signature described above. The music begins with Mary's Theme, ruminative and slow, then abruptly changes to an alla Spagnola-type fast 3/4 - 6/8 meter. It evokes the Spanish-influenced music of Ravel and Falla.   Midway through, there's an accompanied recitative for the viola, which figures large in this particular movement, then back to a truncated recapitulation of the fast music. The overall feeling is of a well-made, rather conventional movement in a contemporary Spanish/Italian style. Cassatt's painting, too, is rather conventional.   II At the Opera (1880) [Museum of Fine Arts, Boston, Massachusetts]   This painting is one of Cassatt's most well known works, and it hangs in the Museum of Fine Arts in Boston. The painting shows a woman alone in a box at the opera house, completely dressed (including gloves) and looking through opera glasses at someone or something that is NOT on the stage. Across the auditorium from her, but exactly at eye level, is a gentleman with opera glasses intently watching her - though it is not him that she's looking at. It's an intriguing picture.   This movement is far less conventional than the first movement, as the painting is far less conventional. The music begins with a rapid, Shostakovich-type mini-overture lasting less than a minute, based on Mary's Theme. My conjecture is that the woman in the painting has arrived late to the opera, busily stumbling into her box. What happens next is a kind of collage, a kind of surrealistic overlaying of two different elements: the foreground music, at first is a direct quotation of Soldier's Chorus from Gounod's FAUST (an opera Cassatt would certainly have heard in the brand-new Paris Opera House at that time), played by Violin II, Viola, and Cello. This music is played sul ponticello in the melody and col legno in the marching accompaniment. On top of this, the first violin hovers at first on a high harmonic, then descends into a slow melody, completely separate from the Gounod. It's as if the woman in the painting is hearing the opera onstage but is not really interested in it. Then the cello joins the first violin in a kind of love-duet (just the two of them, at first). This music isn't at all Gounod-derived; it's entirely from the same scale patterns as the first movement and derives from Mary's Theme and its scale. The music stays in a kind of dichotomy feeling, usually three-against-one, until the end of the movement, when another Gounod melody, Valentin's aria Avant de quitter ce lieux reappears in a kind of coda for all four players. It ends atmospherically and emotionally disconnected, however. The overall feeling is a kind of schizophrenic, opera-inspired dream.   III Young Woman in Green, Outdoors in the Sun (1909) [Worcester Art Museum, Massachusetts]   The painting, one of Cassatt's last, is very simple: just a figure, looking sideways out of the picture. The colors are pastel and yet bold - and the woman is likewise very self-assured and not in the least demure. It is eight minutes long, and is all about melody - three melodies, to be exact (Young Woman, Green, and Sunlight). No angst, no choppy rhythms, just ever-unfolding melody and lush harmonies. I quote one other French composer here, too: Debussy's song Green, from Ariettes Oubliees. 1909 would have been Debussy's heyday in Paris, and it makes perfect sense musically as well as visually to do this.   Mary Cassatt lived her last several years in near-total blindness, and as she lost visual acuity, her work became less sharply defined - something akin to late water lilies of Monet, who suffered similar vision loss. My idea of making this movement entirely melodic was compounded by having each of the three melodies appear twice, once in a pure form, and the second time in a more diffuse setting. This makes an interesting two ways form: A-B-C-A1-B1-C1.   String Quartet No.3 (Cassatt) is dedicated, with great affection and respect, to the Cassatt String Quartet, whose members have dedicated themselves in large measure to the furthering of the contemporary repertoire for quartet.

String quartet String Quartet

SKU: PR.16400272S

Cassatt. Composed by Dan Welcher. Premiere: Cassatt Quartet, Northeastern Illinois University, Chicago, IL. Contemporary. Full score. With Standard notation. Composed 2007. WRT11142. 52 pages. Duration 24 minutes. Theodore Presser Company #164-00272S. Published by Theodore Presser Company (PR.16400272S).

UPC: 680160588442. 8.5 x 11 inches.

My third quartet is laid out in a three-movement structure, with each movement based on an early, middle, and late work of the great American impressionist painter Mary Cassatt. Although the movements are separate, with full-stop endings, the music is connected by a common scale-form, derived from the name MARY CASSATT, and by a recurring theme that introduces all three movements. I see this theme as Mary's Theme, a personality that stays intact while undergoing gradual change.   I The Bacchante (1876) [Pennsylvania Academy of Fine Arts, Philadelphia, Pennsylvania]   The painting shows a young girl of Italian or Spanish origin, playing a small pair of cymbals. Since Cassatt was trying very hard to fit in at the French Academy at the time, she painted a lot of these subjects, which were considered typical and universal. The style of the painting doesn't yet show Cassatt's originality, except perhaps for certain details in the face. Accordingly the music for this movement is Spanish/Italian, in a similar period-style but using the musical signature described above. The music begins with Mary's Theme, ruminative and slow, then abruptly changes to an alla Spagnola-type fast 3/4 - 6/8 meter. It evokes the Spanish-influenced music of Ravel and Falla.   Midway through, there's an accompanied recitative for the viola, which figures large in this particular movement, then back to a truncated recapitulation of the fast music. The overall feeling is of a well-made, rather conventional movement in a contemporary Spanish/Italian style. Cassatt's painting, too, is rather conventional.   II At the Opera (1880) [Museum of Fine Arts, Boston, Massachusetts]   This painting is one of Cassatt's most well known works, and it hangs in the Museum of Fine Arts in Boston. The painting shows a woman alone in a box at the opera house, completely dressed (including gloves) and looking through opera glasses at someone or something that is NOT on the stage. Across the auditorium from her, but exactly at eye level, is a gentleman with opera glasses intently watching her - though it is not him that she's looking at. It's an intriguing picture.   This movement is far less conventional than the first movement, as the painting is far less conventional. The music begins with a rapid, Shostakovich-type mini-overture lasting less than a minute, based on Mary's Theme. My conjecture is that the woman in the painting has arrived late to the opera, busily stumbling into her box. What happens next is a kind of collage, a kind of surrealistic overlaying of two different elements: the foreground music, at first is a direct quotation of Soldier's Chorus from Gounod's FAUST (an opera Cassatt would certainly have heard in the brand-new Paris Opera House at that time), played by Violin II, Viola, and Cello. This music is played sul ponticello in the melody and col legno in the marching accompaniment. On top of this, the first violin hovers at first on a high harmonic, then descends into a slow melody, completely separate from the Gounod. It's as if the woman in the painting is hearing the opera onstage but is not really interested in it. Then the cello joins the first violin in a kind of love-duet (just the two of them, at first). This music isn't at all Gounod-derived; it's entirely from the same scale patterns as the first movement and derives from Mary's Theme and its scale. The music stays in a kind of dichotomy feeling, usually three-against-one, until the end of the movement, when another Gounod melody, Valentin's aria Avant de quitter ce lieux reappears in a kind of coda for all four players. It ends atmospherically and emotionally disconnected, however. The overall feeling is a kind of schizophrenic, opera-inspired dream.   III Young Woman in Green, Outdoors in the Sun (1909) [Worcester Art Museum, Massachusetts]   The painting, one of Cassatt's last, is very simple: just a figure, looking sideways out of the picture. The colors are pastel and yet bold - and the woman is likewise very self-assured and not in the least demure. It is eight minutes long, and is all about melody - three melodies, to be exact (Young Woman, Green, and Sunlight). No angst, no choppy rhythms, just ever-unfolding melody and lush harmonies. I quote one other French composer here, too: Debussy's song Green, from Ariettes Oubliees. 1909 would have been Debussy's heyday in Paris, and it makes perfect sense musically as well as visually to do this.   Mary Cassatt lived her last several years in near-total blindness, and as she lost visual acuity, her work became less sharply defined - something akin to late water lilies of Monet, who suffered similar vision loss. My idea of making this movement entirely melodic was compounded by having each of the three melodies appear twice, once in a pure form, and the second time in a more diffuse setting. This makes an interesting two ways form: A-B-C-A1-B1-C1.   String Quartet No.3 (Cassatt) is dedicated, with great affection and respect, to the Cassatt String Quartet, whose members have dedicated themselves in large measure to the furthering of the contemporary repertoire for quartet.

String Quartet

SKU: HL.14008374

Composed by Sir Peter Maxwell Davies. Music Sales America. Classical. Score. Composed 2006. 24 pages. Chester Music #CH68629. Published by Chester Music (HL.14008374).

ISBN 9781846096150. UPC: 884088435202. 8.25x11.75x0.105 inches.

The Full Score for Peter Maxwell Davies' fourth in a series of ten string quartets commissioned by the Naxos Recording company, first performed by the Maggini Quartet on 20th August 2004 at the Chapel of the Royal Palace, Oslo, Norway, as part of the Olso Chamber Music Festival. Composer Note: The fourth Naxos quartet was written in January and February of 2004, with the intention of producing something lighter and much less fierce than its predecessor, an unpremeditated and spontaneous reaction to the illegal invasion of Iraq. I returned to the well-known Brueghel picture of children's games (1560, now in Vienna), which had been the inspiration for my sixth Strathclyde Concerto, for flute and orchestra. These illustrations liberated my musical imagination, but I feel it would limit the listener's perception to be too specific about which game relates to exactly which section of the work. Suffice it to say that there is vigorous play - leap-frog, bind the devil with a cord, truss, wrestling - alongside quieter pastimes - masks, guess whom I shall choose, courting, odds and evens. The single movement juxtaposes these activities as abruptly and intimately as they occur in Brueghel. Rather as the eye is taken into different perspectives and proportions of scale within the picture, taking liberties which would never be present in, for instance, Brunelleschi architectural drawings, so here, with a constant sequence of transformation processes, I have distorted the neat, precise implications of modal progression, expressed in the unison opening phrase (from F to B through A sharp/B flat), so that the ear is led, en route, into the sound equivalents of strange passageways and closed rooms: sicut exposition ludus. As work on the quartet progressed I became aware that I was reading into, and behind the games, adult motives and implications, concerning aggression and war, with their consequences. It was impossible to escape into innocent childhood fantasy. The nature of the F to B progression underlying the whole construction derives from a passage in the development of the first movement of Mahler's Third Symphony, and the opening of Schoenberg's Second String Quartet. However, unlike in these models, here a real - if temporary - sense of resolution occurs at the close of the quartet: as when the curtain falls on the reconciled Count and Countess in 'Figaro' one wonders how long the F/B truce will hold, and games break out again. The quartet is dedicated to Giuseppe Rebecchini, Roman architect, and friend since the nineteen-fifties.

Concert Band/Harmonie/Fanfare Band/Brass Band and opt. Choir - Grade 2

SKU: BT.DHP-1033337-170

Composed by Jacob De Haan. Musica Sacra. Hymns and Chorals. Score Only. Composed 2003. 28 pages. De Haske Publications #DHP 1033337-170. Published by De Haske Publications (BT.DHP-1033337-170).

A4 (210X297) inches.

Missa Brevis is a major work for choir and brass band for performance in church or in the concert hall. For this mass, there are many performance possibilities depending on the musicians available. In addition to the standard orchestration ofchoir and band a brass quartet can also play the choral parts. For this it is desirable for the brass quartet to be positioned separately from the rest of the band (on a gallery, for example), so that the idea of two choirs is heard. It is alsopossible to perform the work with brass band and organ. A truly flexible religious masterpiece. Choral parts available separately.

Mis sa Brevis, geschreven voor koor en blaasorkest, werd gecomponeerd in opdracht van de Conseil Départemental pour la Musique et la Culture de Haute-Alsace (dir. Philippe Pfisterer) in Guebwiller (Frankrijk), ter gelegenheid van het duizendstegeboortejaar van paus Leo IX. In zijn geboorteplaats, Éguisheim (Elzas, Frankrijk), vond op 23 juni 2002 de première van deze mis plaats onder leiding van de componist. Het betrof een live-registratie voor de Franse televisiezender France 2. Demisdelen Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus en Agnus Dei lenen zich uitstekend voor zowel de katholieke als de protestantse liturgie. Er zijn voor deze mis diverse uitvoeringsmogelijkheden mogelijk, aangezien er sprake is van eenvariabele bezetting. Een instrumentale uitvoering behoort uitdrukkelijk tot de mogelijkheden, indien het scherp koper de koorpartijen vertegenwoordigt. In deze optie is het wenselijk dat het scherp koper zich separaat opstelt van de rest van hetorkest (bijvoorbeeld op een galerij), zodat het idee van dubbelkorigheid wordt benaderd. Bij een uitvoering voor groot koor werkt het scherp koper zeer goed als ondersteuning. In dat geval kan de dynamiek van het koper iets worden aangepast,aangezien deze in eerste instantie bedoeld is voor een instrumentale versie. Ook kan men ervoor kiezen het scherp koper helemaal weg te laten ten gunste van het koor. Bij begeleiding van kleinere koren kan men kiezen voor een klein ensemble uit hetorkest. Dit kan ook een naar wens samengesteld kwartet zijn. Voor de uitvoering van deze mis ligt het voor de hand een van deze opties te kiezen. Als alternatief is echter ook een uitvoering mogelijk met een combinatie van deze opties (vocaal/instrumentaal) - niet slechts vanuit een artistiek motief (afwisseling), maar ook vanuit een praktisch motief, voor het geval dat het koor bijvoorbeeld slechts twee delen heeft ingestudeerd. Bij een volledige bezetting kan de dirigent deinstrumentatie naar believen afwisselen. Hierbij kan ook het scherp koper in de begeleiding een rol krijgen (in plaats van ondersteuning van het koor). Zo zijn de volgende combinaties mogelijk:

1. clarinet choir (van Es-klarinet tot basklarinet)

2. clarinet choir saxofoons

3. zacht koper (bugels, hoorns, euphoniums, bassen)

4. scherp koper (2 trompetten / 2 trombones)

5. dubbelrieten (eventueel fluit, eventueel contrabas)

6. tutti

7. alle hout

8. alle koper

In een uitvoering voor brassband en koor is het in de meeste gevallen aan te bevelen de optie voor scherp koper weg te laten. Het koor zingt zelfstandig, begeleid door een volledige brassband. In een instrumentale uitvoering kunt u denken aan eencombinatiekwartet (twee cornetten en twee trombones) brassband.Koorpartijen apart verkrijgbaar.

M issa Brevis, eine Messe für Brass Band und Chor ad libitum, kann in diversen variablen Spielstärken aufgeführt werden. Zahlreiche mögliche Instrumentenkombinationen diverse mögliche Kombinationen mit großen oder kleineren Chören, lassen eineVielzahl von verschiedenen Aufführungen dieser Messe zu. So kann z. B. ein Blechbläserquartet t, von der Kirchenempore herab spielend, die Chorpartien übernehmen. Darüber hinaus ergeben sich durch die Orgelbegleitung weitere Aufführungsvariant en. EineAufstellung der Wahlmöglichkeiten wird vom Komponisten mitgeliefert. Die wunderschöne Musik aus der Feder von Jacob de Haan garantiert in jedem Fall einen gelungenen Auftritt!Chorstimmen separat erhältlich.

Missa Brevis est une messe pour Orchestre d’Harmonie et Choeur composée la demande du Conseil Départemental pour la Musique et la Culture de Haute-Alsace (Dir. : Philippe Pfisterer) de Guebwiller en France, l’occasion des célébration s dumillénaire de la naissance du Pape Léon IX Éguisheim. La création mondiale a eu lieu le 23 juin 2002 sous la direction du compositeur, et a été diffusée en direct sur la chaîne de télévision nationale France 2. Les différentes parties de cettemesse (Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus et Agnus Dei) conviennent autant la liturgie catholique qu’ la liturgie protestante. Missa Brevis peut être interprétée dans différentes combinaisons instrumentales. Ellepeut être jouée dans une version purement instrumentale, où les cuivres prennent en charge la partie vocale. En tel cas, il est conseillé de placer les cuivres l’é cart de la formation (sur une estrade, par exemple) de façon reproduire l’idà©e dedeux groupes indépendants. Dans le cadre d’une interprétation avec un grand Choeur, les cuivres jouent un rôle de soutien. Leurs nuances doivent alors être adaptées dans la mesure où elles ont été écrites, l’origine, pour une version instrumentale.Il est également possible de ne pas faire intervenir les cuivres et de privilégier le Choeur. Pour accompagner de petits ensembles vocaux, il faut opter pour une formation instrumentale réduite voire même un Quatuor (instrumentation au choix). Pourl’inte rprétation de cette messe l’un des choix proposés ci-dessus s’impose. Il existe néanmoins une alternative qui consiste interpréter cette oeuvre en combinant ces options (vocales / instrumentales). Cela peut être bénéfique tant d’un point devue artistique (variante) que pratique dans le cas où le Choeur n’a travaillé que deux mouvements de la messe. Si le chef dispose de deux formations complètes (Choeur et Orchestre d’Harmonie ), il peut varier l’instrume ntation selon ses préférences . ce moment-l , il peut confier un rôle d’accompag nement et non de soutien aux cuivres de sa formation. Les combinaisons suivantes peuvent être formées :

1. Choeur de Clarinettes (de la Clarinette Mib la Clarinette Basse)

2. Choeur de Clarinettes Saxophones

3. Cuivres (Bugles, Cors, Barytons / Euphoniums, Basses)

4. Cuivres (2 Trompettes / 2 Trombones)

5. Instruments anches doubles (Fl te et Contrebasse cordes optionnelles)

6. Tutti

7. Tous les Bois

8. Tous les Cuivres

Dans le cadre d’une interprétation par un Brass Band accompagné d’un Choeur, il est préférable de supprimer l’option 1 (Choeur Cuivres Orchestre d’Harmonie ) car le Choeur étant autonome. Dans une version instrumentale pour Cuivres, il estpossible de former la combinaison suivante : Quatuor (2 Cornets / 2 Trombones) et Brass Band.Partitions pour chœur disponibles séparément.

Parti per coro disponibili a parte.

String Quartet - intermediate

SKU: BT.DHP-1175850-070

Composed by Henry Mancini. Arranged by Nico Dezaire. De Haske Pops for String Quartet. Set (Score & Parts). Composed 2017. 8 pages. De Haske Publications #DHP 1175850-070. Published by De Haske Publications (BT.DHP-1175850-070).

ISBN 9789043153904. English-German-French-Dut ch.

Moon River was written especially for Audrey Hepburn to sing and originally featured on the soundtrack for the movie Breakfast at Tiffany’s. The song has been covered by many other artists and has remained well-known for many years. This love song to a river also makes a wonderful instrumental work, especially so on stringed instruments. Nico Dezaire’s sensitive arrangement for string quartet gives each member of the ensemble the opportunity to play the wistful melody.

Het speciaal voor Audrey Hepburn geschreven nummer Moon River maakte oorspronkelijk deel uit van de soundtrack voor de film Breakfast at Tiffany’s. Al snel werd het echter door vele zangers en zangeressen gecoverd en ontpopte het zich blijvend tot een wereldwijde hit. Dit liefdesliedje voor een rivier is ook een heerlijk instrumentaal werkje, vooral voor strijkinstrumenten. Nico Dezaires gevoelige arrangement voor strijkkwartet geeft elk lid van het ensemble de gelegenheid om de weemoedige melodie te spelen.

Moon River war ursprünglich Teil des Soundtracks zum Hollywood-Klassiker Breakfast at Tiffany's und der jungen Audrey Hepburn auf den Leib geschrieben. Schon bald wurde der Song von zahlreichen Sängern gecovert und trat so seinen Siegeszug um die Welt an, der bis heute anhält. Diese musikalische Liebeserklärung an einen Fluss lässt sich natürlich auch bestens instrumental darstellen, besonders schön auf Streichinstrumenten. Nico Dezaire lässt in seinem einfühlsamen Arrangement für Streichquartett jeden der vier Musiker an der sehnsuchtsvollen Melodie teilhaben.

Moon River a été écrit spécialement pour Audrey Hepburn et figure sur la bande originale du film Diamants sur canapé. Peu après, la chanson s’est vue reprise par de nombreux artistes, et est ainsi devenue le succès mondial qu’elle reste toujours. Cette chanson d’amour pour une rivière se prête aussi une interprétation instrumentale, particulièrement par des instruments cordes. Cet arrangement délicat de Nico Dezaire pour quatuor cordes permet chaque membre de l’ensemble de jouer la mélodie mélancolique.

Metamorphoses on a Theme by Tchaikovsky for Brass Band. By Johan De Meij. (Score). Amstel Concert Bands. 90 pages. Published by Amstel Music.

String Quartet - intermediate

SKU: BT.DHP-1064034-070

Arranged by Gunter Van Rompaey and Hans Aerts. Pop & Rock. Set (Score & Parts). Composed 2006. 40 pages. De Haske Publications #DHP 1064034-070. Published by De Haske Publications (BT.DHP-1064034-070).

ISBN 9789043124720. 9x12 inches. English-German-French-Dut ch.

Traditionally a string quartet will not readily take on pop music. But times are changing and the classic quartet line-up proves suitable for beautiful arrangements of contemporary songs as well. This book features three hits from past decades, The Rose (Bette Midler) with its simple, pure sounds and underlying harmonies, La Solitudine (Laura Pausini) - compelling and with a hidden energy and finally Wonderwall (Oasis), an unexpected choice, with its persistent rhythmic background. To allow the string quartet to play together with optional guitar or keyboard, chord symbols have been added in the score. These songs - which certainly have a passionate andromantic ring to them - are ideal for receptions, weddings and other festive occasions. (Position 1-5)

Drie bekende songs in geslaagde bewerkingen voor strijkkwartet: Pop Ballads for String Quartet bewijst dat het kan. Om het strijkkwartet de mogelijkheid te bieden samen te spelen met gitaar of keyboards zijn akkoordsymbolentoegevoegd in de partituur. Deze songs vol passie en romantiek zijn ideaal voor het opluisteren van recepties, bruiloften en andere feestelijke gelegenheden. (Position 1-5)

Ein Buch für alle Streicher, die anstatt der klassischen Literatur für Streichquartett auch einmal etwas ganz Modernes, Unterhaltsames spielen wollen. Hans Aerts und Gunter Van Rompaey bearbeiteten für diese Ausgabe drei bekannte Pop- Titel für zwei Violinen, Viola und Cello. Akkordsymbole für eine Begleitung von Keyboard oder Gitarre sind ebenfalls enthalten.(Position 1-5)

Ce recueil contient trois succès des dernières décennies : The Rose, avec ses sonorités simples et épurées et ses harmonies demi cachées ; La Solitudine, l‘énergie dissimulée et enfin Wonderwall, un choix inattendu dont le tapis sonore est continuellement rythmé. Des symboles d’accords ont été ajoutés sur la partition afin de permettre au quatuor cordes de se faire accompagner d’une guitare ou clavier (partie optionnelle). (Position 1-5)

Questa pubblicazione permetter ai giovani musicisti di cominciare a suonare in gruppo. Il quartetto d’archi è da sempre la formazione per eccellenza, equilibrata e potente nell’espressione. Anche la musica in stile pop, arrangiata per l’occasione da Hans Aerts, si adatta a questo tipo di organico. L’importante è saper ascoltare la parte degli altri per inserire il proprio ritmo nell’insieme. (Position 1-5).